Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Innemen]

INNEMEN, bedr. w., ongelijkvl. Van het scheidb. voorz. in en nemen: ik nam in, heb ingenomen. Door opnemen inbrengen: het regent: neem het goed in. Intrekken: zoodra de donder zich hooren liet, nam men de zeilen in. In een schip ontvangen: wij moesten hem, bij dat eiland, wachten, waar wij hem zouden innemen. Onder dak ontvangen: sij namen ons allen in, om den regen, die overquam. Bijbelv. Bezetting innemen. In zich nemen: ik kan dien bitteren drank niet innemen. Fig.: in twijfelachtige gevallen goeden raad innemen. - Bevelen innemen. Met geweld nemen: de vijand nam alle vaste steden in. Eene plaats stormender hand innemen. Beslaan, bezetten: de soldaten namen de geheele markt in. Het gezelschap nam het gansche huis in. Fig.: in dien de droefheid uw hart heeft ingenomen. Hooft. bezigt het voor verstaan: Ik acht, mijn Heer die neemt

[pagina 385]
[p. 385]

mijn meening zeer wel in. Genegenheden winnen: hij nam mij, met dien brief, geheel in. Iemands hart innemen. Hierheen behoort de spreekwijs: voor - tegen iemand ingenomen zijn. Van hier innemend, bevallig; innemer, inneming.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken