Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Jong]

JONG, bijv. n. en bijw., jonger, jongst. Het tegengestelde van oud: jonge druiven, jonge wortels, jong gras, jonge boomen, enz. Van dieren en menschen: een jonge leeuw, een jong rund, eene jonge vrouw, (die, kort getrouwd is) een jong kind. - In mijne jonge jaren. De jonge leeftijd. Jong zijn. Hij is nog jong. Jong zijn heet ook, in sommige oorden van Nederland, zoo veel, als ter wereld komen; in de dagelijksche taal: hij is in Mei jong geweest. Jong worden, verjongen. De stellende trap jong wordt ook als een zelfst. naamwoord van het onz. geslacht genomen; meerv. jongen, voor een jong dier: 't wanschapen jong. Vond. De kat heeft jongen. De Ouden verstonden dit ook van kinderen: Sint Jan, die een suijverlijck jong was. Tuinm. Van hier nog de onbeschaafde spreekwijs: Zij is met jong. Van jongs aan, van de jeugd af. Ten Kate heeft jongtijdsche konstnamen. De vergelijkende trap jonger wordt ook als een zelfst. n. gebruikt; meerv. jongers, jongeren, voor knecht: Abraham seijde tot zijne jongers. Bijbelv. Jongers en Vrouwen. Hooft. Zoo bezigt het de Bijbelv. ook in den zin van leerling, krijgsknecht en jongeling. Ook L. Bake: jongers door het zwaard gevallen. De overtreffende trap, jongste, heeft, in eeni-

[pagina 413]
[p. 413]

ge gevallen, de beteekenis van laatste: de jongste lust eener vallende fortuine: Hooft. Uwen jongsten brief heb ik bewaard. De jongste dag. Het jongste geregt. Van dit jongst is jongstleden gevormd. Van hier jongheid, bij Vond. jongkheid, ook voor jonge manschap: 'k verwacht de jongkheid van ons eilant met den degen hier langs gevoert. Zamenstell.: jonggezel, jongman, (jongeling) jongvrouw (ongetrouwde maagd). Oul. was jonckwijf, jongwijf, in gebruik, voor dienstmaagd.

Jong, hoogd. jung, ker. jung, neders. jung, angels. geong, eng. young, zw. ung, ijsl. ungr, Ulphil. jugg, pers. gevon, oudlat. junis.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken