Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Juk]

JUK, (jok) z.n., o., des juks, of van het juk; meerv. jukken. In het algemeen, beduidt dit woord zamengebondene deelen, die bestemd zijn, om iets te dragen. In het bijzonder, een gebind van planken en balken onder eene brug: de brug heeft, door den ijsgang, twee jukken verloren. In Groningerland noemt men kleine bruggen, over weteringen, jukken. Een houten werktuig, dienstig voor ossen, om te trekken: den ossen het juk opleggen. Fig., is het een staat van drukkende dienstbaarheid: het juk der slavernije. Hooft. Een volk onder het juk brengen. Het juk verbreken. Het juk afwerpen. Het juk van moeite en zorg. L. Bake. Een houten werktuig, op de schouders gelegd, om iets te dragen: het groenwijf sloeg hem met het juk. Een melkjuk. - Een juk ossen, twee, door het juk verbondene, ossen, en voords een paar: vijf hondert jock ossen. Bijbelv. Een juk heet ook, in de overzetting van den

[pagina 418]
[p. 418]

Bijbel, zoo veel land, als twee ossen, in eenen dag ploegen. Van hier het bedr. w. jukken, het juk opleggen: gejukt (beladen) met glinstrend kroonegout. Vond. Zamenst.: jukbeen, (jokbeen) jukgespan, jukgordel, jukriem.

Juk (jok), Ker. johhe, johche, Notker joh, neders jok, jiik, hoogd. Joch, Ulphil. juk, gajuk, angels. juc, jeoc, geoc, eng. yoke, yoak, lat. jugum, ital. giogo, sp. jugo, fr. joug, boh. gho, pers. juk, wallis. jwk, finl. juco. Andere talen laten het keelgeluid weg, als deen. aag, zw. ok. Men denkt, voor het naaste, dat alles afstamt van een woord, dat eene verbinding beteekende, zoo als jungo bij de Lat., waarmede het gr. ζυγος of ζευγος, van ζευγειυ, overeenstemt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken