Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kaas]

KAAS, (kees) z.n., vr., der of van de kaas; meerv. kazen. Gestremde melk, van hui gezuiverd, tot eenen klomp, door middel eens vorms, zamengedrukt; eene bekende lekkernij. Hoewel ik vette kaes perste. Vond. Andere spijs draagt ook dien naam, als: eijerkaas, uit geronnene melk en eijeren. Hoofdkaas, hoofdvleesch, in de gedaante van eene kaas gevormd. Van het manl. geslacht vindt men, bij Vond. en anderen, ook voorbeelden. Het meeste gebruik van den slependen uitgang kaze, keze, spreekt voor het vrouwl. Zamenstell.: kaasboer, kaasbord, - kaasjager, een, die met kaas rijdt, overdr., een oud man, die nog naar de meisjes omziet. Tuinm. meent, dat kaasjager gezegd wordt voor kasjager, bij Kil. voorkomende, en bij denzelven ook kasboef genoemd, zijnde deeze, kasjagers, of kasboeven, eigenlijk, bedriegers, die voorgaven, heilige overblijffels te bezitten, welke zij in een kasje omvoerden, en aan het gemeene Volk om geld vertoonden; - kaaskamer, kaaskooper, kaasleb, rundsel, kaaslucht, de sterke reuk

[pagina 425]
[p. 425]

der kaas, kaasmat, vorm, kaasmarkt, kaasnap, kaasvat, kaasvorm, kaaswei, kaaswinkel, kaasworm, kaaswrongel. Verkleinw. kaasje, waarvan kaasjeskruid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken