Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kavelen]

KAVELEN, bedr. en onz. w., gelijkvl. Ik kavelde, heb gekaveld. Bedr.; door het lot deelen: 't is geen goed, dat gekavelt en verdeelt kan worden. Brune. Zoo zegt men ook kiezen, of kavelen, d.i. kiezen, of bij het lot verdeelen. Door het lot verkrijgen, en, voords, op eene zeldzame wijs iets deelachtig worden: hij kavelt eer, zo wel voor 't een als 't ander lant. J. v. Burg. In juiste deelen scheiden, fijn berekenen: en is bij 't naareekenen van de loop der maane te bevinden, dat zij treflijk wel tij gekaavelt hadden. Hooft. Om gronden en getij te kavelen. Overz. v. Herveij. Van hier de spreek wijzen: tijd en tij kavelen - maat kavelen. Met

[pagina 464]
[p. 464]

den tijd zodanig te kavelen. Bogaert. Zoo veel is er aan gelegen, om tijd en tije wel te kunnen kavelen. Brune. Zoo dat zij geen tijdt van treffen konden kaavelen. Hooft. Zij zouden vlijtelijk maat kaavelen. Hooft. Onz., met hebben; loten: men kavelt, eer men die waren verkoopt. - Zulx men om 't opperbewindt kaavelen moest. Hooft. Van hier kaveling, dat niet alleen de daad van verdeeling door het lot, maar ook een deel aantoont: dat goed zal bij kavelingen verkocht worden. Zamenstell.: redekavelen, enz. Men kan dit woord tot kabel brengen, als eene verdeeling door een touw, een snoer, aantoonende. Dan, hierin is het denkbeeld van loten geenzins opgesloten. Misschien is het, daarom, beter, het zw. kafte en kaefting te hulp te nemen, beteekenende eenen kleinen, ronden staf. Dat men, ondertusschen, in de oudste tijden, zich, in het loten, van staven bediende, is bekend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken