Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kijken]

KIJKEN, onz. w., ongelijkvl. Ik keek, heb gekeken. Zijn ligchaam in eene rigting zetten, om iets te zien. Door een gat kijken. Over de deur kijken. Uit de venster kijken. Op zijnen neus kijken, bedremmeld staan.

[pagina 490]
[p. 490]

Iemand in den mond kijken. Met zijnen mond vol tanden staan te kijken. In het gemeene leven zegt men: ik zal het eens kijken, voor ik zal het zien te doen. In dien zin wordt het woord niet bedr. genomen, maar de vierde naamval wordt door een uitgelaten werkwoord beheerscht. Van hier kijker, aanschouwer, toekijker. In den schertsenden stijl zegt men de kijkers, voor de oogen. Verkleinw. kijkertje (oogje). Hooft. Ook voor eenen verrekijker: geef mij dien kijker eens. Zamenst.: handkijker, piskijker, sterrenkijker, enz. Voords: kijking, het verkleinw. kijkje: hij gaat om een kijkje. Zamenst.: kijkduin, kijkgat, kijkglas, kijktoren, kijkuit, kijkvenster.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken