Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Klaar]

KLAAR, bijv. n. en bijw., klarer, (klaarder) klaarst. Vele lichtstralen van zijne oppervlakte terugwerpend: klaer als krijstal. Bybelv. Vele lichtstralen doorlatend, doorzigtig, het tegendeel van troebel: klaar water. Een klaar glas. Klare wijn. Onbewolkt: eene klare lucht. Klaar weder. Openbaar, zeker: die zaak is mij nu

[pagina 499]
[p. 499]

klaar. Dat blijkt zoo klaar, als de dag. Vaardig, gereed: ik ben klaar, om te reizen. Is het eten klaar? Klaar maken. Geene hinderpalen meer hebbend: het huwelijk is klaar. Ligt om te verstaan: ik zal u eene klare plaats uit den schrijver aantoonen. Het is daar niet klaar, daar is iets in den weg. Helder, duidelijk: hij heeft eene klare stom. Een klaar geluid. Zuiver, net: och die reynigheyt die weet wat, och s' is so puntich en klaer. Bredero. Van hier klaarheid, klarig, klarigheid, klaarachtig, klaarlijk. Zamenst.: klaarblijkelijk, klaarblijkelijkheid, klaarblijkend, klaaroog, een kruid, anders oogenklaar, klaarschijnend, klaarziend. Inzoover het woord doorzigtig, helder beteekent, is het, in het deen., neders., hoogd., zw. klar, eng. clear, lat. clarus, fr. clair, gr. γλαυρος, γαλερος. De oorsprong schijnt in la, lo, licht, te zijn, zoodat de k slechts de voorgevoegde keelklank zij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken