Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Klaauw]

KLAAUW, z.n., m., des klaauws, of van den klaauw; meerv klaauwen. De gekloofde voet van eenige dieren, als van schapen, herten, zwijnen, enz.: zij gebruikte den klaauw van eenen eland tegen de vallende ziekte. Het vee zelf; daer en zal niet een klaeuw achterblijven. Bybelv. Inzoover zich het denkbeeld van grijpen, vatten, haken hiermede vereenigt, drukt het woord uit de vingers aan de handen, en de teenen aan de voeten der dieren. Van menschen gebruikt men het met verachting: zoo lang gij uw' woekerenden klaeu slaet in uws naesten goed. De Decker. Iemand in zijne klaauwen krijgen. Diefsklaauwen. Van dieren: men kent den leeuw aan den klaauw. Van roosvogels: zoo min de duif een' prooi den haviksklaau ontzet. Hoogvl. Van hier de spreekwijs: ergens zijne klaauwen inslaan, zich iets met geweld aanmatigen. De Dichters schrijven ook aan den Dood, de Afgunst, den Haat, den Nijd, enz. klaauwen toe, wegens de nadeelen, door dezelven aan het menschdom berokkend. Een slag: de kat gaf hem eenen klaauw met haren poot. Dat naar eenen klaauw gelijkt: met witte gember, en haer kostelijken klaeu. Anton. Ankerhand:

[pagina 500]
[p. 500]

overmits de klauw (des ankers) was recht getrokken. Bógaert. Zoo heet ook een tuingereedschap, met tanden, om te wieden, een klaauw, gemeenelijk, anders klouw, waarvan klouwen, opklouwen. Verkleinw. klaauwtje: de klaauwtjes der wijngaardranken. Zamenst.: beerenklaauw, enz. Klaauwhamer.

Klaauw, hoogd. klaue, Notk. chlauuo, opperd. klaa, neders. klaue, eng. claw, deen. kloe, klov, zw. klo, klöf, ijsl. klö, angels. clawn. Het komt af van klieven, klooven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken