Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kleinood]

KLEINOOD, z.n., o., des kleinoods, of van het kleinood; meerv. kleinooden. Allerlei kostelijk edelgesteente, en uit kostelijke metalen gemaakte dingen, welke men tot sieraad heeft; ook kleinoodie genaamd: haar maakte hij zijn' kleinoodjen. Hooft. Alles, wat ons dierbaar is, draagt dien zelfden naam: dat boek is een dierbaar kleinood der oudheid. Achtbaarheid, dat kostelijk kleinnoodt, in den zin van de werelt. Hooft. De spelling met eene n, kleinood, is de echte, als zijnde het woord zamengesteld uit klein en ood. Bij de Ouden, diende ood, of ode, om naamwoorden, die bij ons in heid uitgaan, te vormen. Bij Notk. is bettelode, bedelarij, als zeide men bedelheid. Ondertusschen is ood een zeer oud woord, dat, in alle europesche talen, voorkomt, en, in het gemeen, een goed, eene bezitting te kennen geeft. Heriotum, hereotum is, in de middeleeuwen, heergoed, (heirgoed) dat is, de noodige wapens en toerusting voor een krijgsheer. In de dagelijksche taal kennen wij nog allodiale goederen: allodium was, in de middeleeuwen, een eigendommelijk, aangeerfd goed. In het oude zweedsch is od, öde zeer dikwijls een schat, in het ijsl. audur, rijkdom, overvloed. Kleinood beduidt, dan, eigenlijk, kleine dingen, welke eenen schat, of rijkdom in zich bevatten. Wanneer klein in kleinood, tot het angels. cleen,

[pagina 511]
[p. 511]

d.i. zuiver, behoorde, zou het eenen zuiveren schat beteekenen. Huydec. brengt het tot het oude clene, dat niet alleen klein, maar ook weinig, en dus raar, zeldzaam beteekende, zoo dat kleinood eenen zeldzamen schat zou aanduiden


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken