Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kleur]

KLEUR, z.n., vr., der, of van de kleur; meerv. kleuren. Het uitwendige gelaat der dingen, zoo als het, door de verschillende wijziging van de lichtstralen, aan ons oog zich vertoont. Witte - gele - roode - blaauwe - groene - zwarte kleur. Eene schoone kleur. Eene vaste kleur. Eene kleur, die niet verschiet. Eene verwelkte kleur. Die 't oog verwart door haar dommeling van kleuren. M.L. Tijdw. De blos op het aangezigt: eene kleur krijgen. Eene frissche - eene gezonde kleur hebben. Schijnrede: hij wist de zaak eene schoone kleur te geven. Uit verachting, zegt men van iemand, die zich bij eene partij voegt, bij welke men teekens of leuzen draagt: hij is van de kleur. In het gemeene leven zegt men kleurd, voor gekleurd: hij droeg eene kleurde broek, van eene andere kleur, dan zwart. Het werkw. kleuren is ook, schoon weinig, in gebruik. Het deelw. heeft Hooft: uw' kinderen minnelijk gekleurt. Van het fr. couleur, lat. color. Sommige schrijven koleur, coleur: doch, zie Inl. bl. 74, 75.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken