Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Klimmen]

KLIMMEN, onz. w., ongelijkvl. Ik klom, heb en ben geklommen. Eigenlijk, zich vasthoudende opstijgen: hij is op den boom geklommen. Op eene ladder klimmen. Met moeite opstijgen: op eenen berg klimmen. Wij hebben reeds drie uren geklommen. Maar: wij zijn op den berg geklommen. Opstijgen, langzaam naar boven gaan: de zon is aan het klimmen. De rookzuil klom. De vloed klimt. Klimmen zegt men ook van de galgestraf: hij moet klimmen. Van eenen hengst: hij heeft nog nooit geklommen. Van honden: het speelen, dat de honden t'samen hebben, 't welck eintlijk uitkomt op een klimmen van den eenen op den anderen. Hooft. Rijzen, in het zingen: zij klimt met hare stem. Fig., denkbeeldig klimmen: zijn gebed klom, door lucht en wolken heen. In geluk toenemen: hij is in het klimmen. In het klimmen der jaren, in het aannaderen des ouderdoms. Toenemen: mijne smert klimt met elken dag. Van hier klimmer. Het woord vloeit uit dezelfde bron, waaruit klam, klamp, klemmen, enz., ontstaan zijn. Zamenst.: klimboon, klimstag, touw onder aan den boegspriet, tot be-

[pagina 518]
[p. 518]

hulp der matrozen, die aan het blind- of bramzeil iets te doen hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken