Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 542]
[p. 542]

[Knijpen]

KNIJPEN, bedr. w., ongelijkvl. Ik kneep, heb geknepen. Aan twee kanten drukken, nijpen: hij kneep zijnen vinger tusschen de deur. Met den duim en vinger, of met eene scherpe tang sterk drukken: iemand in den arm knijpen. Het vleesch werd hem, met gloeijende tangen, uit zijn ligchaam geknepen. Afpersen: de boeren knijpen. In de zeevaart gebruikt men dit woord onzijd., als men scherp bij den wind zeilt: zij knepen langs den wal. Ook in het gemeene leven, wanneer iets ter naauwernood geschiedt, of, als eene zaak niet gemakkelijk gaat: het zal er knijpen. Spiegh. zegt op het knijpen komen, waarvoor wij thands bezigen als het op den nijpert komt, als de nood dringt - op het nijpertje. Zie nijpen. Van hier knijper, iemand, die knijpt; voords, een vrek, gierigaard, even als het gr. ϰνιπος; eindelijk iets, waarmede men knijpt, waarom men de scharen der kreeften knijpers noemt. Zamenstell.: knijprok, knijptang.

Knijpen, hoogd. kneifen, kneipen, neders. knipen, deen. knibe, eng. to nip, (ons nijpen) zw. knipa, ijsl. klipa, ang. clypan, gr. ϰνιπειν, hetwelk Hesychius verklaart door ξυειν, schaven, schrapen, schrabben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken