Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Koets]

KOETS, z.n., vr., der, of van de koets; meerv. koetsen. Eene soort van zeer gemakkelijk rijtuig, dat overdekt is en op riemen hangt. Voor de koets te spannen. Vond. Met de koets rijden. Hij rijdt koets en paarden. Eene zachte bedstede, als het praalbed van Vorsten, hetzij om in te slapen, hetzij om aan tafel te liggen, naar de wijs der Oosterlingen, hetzij om in gedragen te worden: uit koningklijke koets opstaande. Hooft. Die daer liggen, en weeldich zijn op haere koetsen. Bijbelv. Voords, een huwelijksbed, in den dichterlijken stijl: naer dees gewenschte koets. Vond. Hierheen behooren de zameng.: bruiloftskoets, echtkoets, rouwkoets, trouwkoets. De Dichters, die, naar hunne verbeelding, de Zon als den bedgenoot van Tethis verzieren, schrijven aan dezen vermoeiden voerman van den dag ook eene koets toe, waarop hij des avonds uitrust: van 's gulden daageraads roosdragende prieelen, tot 's laten avonds koets. Hooft. Eindelijk eene gemeene slaapplaats. Zoo noemt men de bedsteden der boerenknechts, in Noordholl., koetsen. Van hier het onduitsche woord koetsier. Zamenstell.: koetsenmaker, koetshuis, koetspaard, koetspoort, stalpoort, koetsslede, koetswagen, enz.

In de eerste beteekenis het fr. coche, in de andere het fr. couche.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken