Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Koker]

KOKER, z.n., m., des kokers, of van den koker; meerv. kokers. In het gemeen, een lang, hol ligchaam, om er iets in te bewaren, of in te steken. In het bijzonder is het een pijlkoker: en knakt den kooker en de schichten. Hooft. Vele pijlen op zijnen koker hebben, vele treffende reden gereed hebben.

[pagina 557]
[p. 557]
'k Had meer pijlen op mijn koker
Voor Gods eere in uwen roem.
M.L. Tijdw.

Dat komt uit eens anders koker, een ander heeft het hem ingegeven. De plaats, waarin men korte geweren steekt: toen rukten (zij) het zinkroer uit den koker. Hooft. Voords, de koker van een mes - van eenen mast - van een scheepsroer. Verkleinw. kokertje. Zamenst.: breikoker, inktkoker, pijlkoker, zandkoker, enz. - Kokermaker.

Koker, hoogd. köcher, Notk. chocher, in het zwabensp. kocher, in de glossen van Boxhorn cohhar, deen. koger, zw. koger, angels. cocer, ijsl. kogur, sp. cuchar, eng. quiver, middeleeuw. cocura, cocurra, cucurum, nieuwgr. ϰουϰουρον, ital. coccaro, fr. carquois.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken