Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kolf]

KOLF, z.n., vr., der, of van de kolf; meerv. kolven. Een stok, die van onderen dik en rondachtig is: met een ruwe kolf in de vuist. Vond. Gelijk een Herkules naa knodzen en naa kolven, zoo grijpt hij, enz. Hooft. Het

[pagina 559]
[p. 559]

onderste van een roer: hij sloeg hem met de kolf van het geweer dood. Een stok met eene koperen klik van onderen, waarmede men den kolfbal slaat: hij komt met de kolf aan den paal, of het stuk. Kolf aan stek, voor aan het stuk, zegt men, als iemand met de kolf tegen den paal staat. De kolf naar den bal werpen, om een klein ongeluk den moed opgeven. In de scheikunde, worden glazen, met eenen ronden buik en eenen engen hals, kolven genoemd, wegens de gedaante. Verkleinw. kolfje: het is een kolfje naar zijne hand, dat ambt komt hem schoon te pas; die zaak komt hem wonderlijk wel te stade. Zamenst.: kolfbaan, kolfbal, kolfhout, een dikzak, bot mensch, kolfoog, een visch. Wacht. acht dit kolf, lat. clava (per metathesin) afkomstig van kloppen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken