Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kraken]

KRAKEN, bedr. en onz. w., gelijkvl. Ik kraakte, heb gekraakt. Bedr., met gekraak breken: noten kraken. Kwade noten kraken, onheil voorspellen. Dat is eene harde noot, om te kraken, dat is eene moeijelijke zaak, om uittevoeren. Zijne nootjes wel kraken, zich wel verzorgen. Ledigen, opeten: twee flesschen wijn kraken. Ik heb den heelen koek gekraakt. Verslinden: des arends kromme bek, die 't alles dacht te kraaken. Hooft. Krenken, verzwakken: en ziektens, die hem nog niet kraaken. A. Harts. Onz., met hebben; gekraak maken: de trap kraakt. Het vriest, dat het kraakt. Mijn gramschap zal u treffen, dat het kraekt. Poot. Hij kraakt van goud. Van goutdraat kraekte 't kleedt der

[pagina 596]
[p. 596]

wakkre hovelingen. Poot. In den dagelijkschen stijl, zegt men van eene vrouw, die op het uiterste gaat, en zoo zal baren: zij begint te kraken. Oul. zeide men ook met het craken (thands krieken) van den dagh. Schrieck. Het deelw. is krakend: krakende wagens duren wel het langst, zwakken overleven vaak sterkeren. Hooft gebruikt krakende tijden, voor benaauwde tijden. Van hier kraker, notenkraker, kraking: de krakingen syner hutte. Bybelv. Zamenstell.: kraakamandel, kraakbeen, kraakbeentje, kraakbes, kraakbezie, kraaksteen. Gr. ϰρεϰειν.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken