Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kring]

KRING, z.n., m., des krings, of van den kring; meerv. kringen. Een ronde omtrek: hij trok eenen kring, met den rotting, rondom zich in het zand. In eenen kring om 't outer staan. Hoogvl. Eenen kring sluiten - rondom iemand eenen kring slaan. Voor de loopbaan der hemelligchamen: Hij stiert de wentelende kringen der eens geschapen' dingen. F.S., in M.L. Tijdw. Voor de hemelbollen zelve, welke men, thands, veelal, met de Duitschers, spheren noemt, schoon onze oorsprongelijke Schrijvers het nederd. kringen bezigen:

 
Der starren eindeloos getal
 
Speelt, met een' flonkerenden val,
 
Een gloeiende muzijk van kringen. Poot.

Een omloop van het begin tot het begin: het jaar sluit zijnen kring. Iemands stand, beroep, bezigheid, bedrijf van zaken, in wier midden hij als verkeert, noemt men, in den vertrouwelijken stijl, kring: dat past hem niet in zijnen kring. Ook zegt men, bij voorb.: zich dagelijks aan den kring der bezigheden onttrekken. - In den kring der huisselijke vrienden, enz. Van hier kringachtig, kringswijze. Zamenstell.: dierkring, (dierenkring), gezigtkring, jaarkring, maankring, omkring, topkring, zonnekring.

Het denkbeeld van afwijking van eene regte lijn, en dat van eene rondte bespeurt men in dit woord; het behoort, dus, deels tot krom, deels tot ring.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken