Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Kwaad]

KWAAD, bijv. n. en bijw., kwader, erger, kwaadst, ergst. Het tegendeel van goed. Het wordt in meer dan eene beteekenis gebruikt. Voor leelijk, niet schoon: zij ziet er zoo kwaad niet uit. Boos, ondeugend: hij is een kwaad werktuig. Ik heb met een kwaad wijf te doen. Verderfelijk: zij gaven hem eenen kwaden raad Een mensch van eenen kwaden omgang. Ongemakkelijk: nog twee kwade weken, dan zijn wij het te boven. Dat weinig winst, rent, en voordeel aanbrengt: wij hadden een kwaad jaar. Slecht: ik had een kwaad vermoeden. Moeijelijk: dat was een kwade weg. Ongeneeslijk: hij is aan eene kwade koorts gestorven. Toornig, gestoord: kwaad op iemand zijn. Kwaad worden. Iemand kwaad maken. Beleedigend: het zij niet kwaad in uwe oogen, bijbelsche spreekwijs. Slecht, niet deugend: kwade noot. Onheil en ramp aanbrengend: vrees niet in kwade tijden. Ongelukkig, heilloos: en maakt uw deerlijk lot door ongeduld niet kwader. L.W. v. Merk. Ook als een zelfst. naamw., voor ondeugd: mijd het kwade. De kwade, de duivel. Te kwaad. Zij krijgen het te kwaad, zij raken in het onderspit. Het te kwaad hebben. Vraag

[pagina 645]
[p. 645]

den waard, wat wij te kwaad hebben, hoe veel wij moeten betalen. Er is nog twee gulden te kwaad. Ten kwade: hare gedachten zijn tegen mij ten quade. Bybelv. Het kwaad hebben, ongelukkig zijn, in nooddruft leven. Ter kwader uur, ongelukkiglijk. Ter kwader trouw, bedriegelijk. Van hier kwaadheid, boosheid, toornigheid. Zamenstell.: kwaadaardig, kwaadaardigheid, kwaadaardiglijk, kwaaddoener, (kwaaddoender) kwaadgelatig, kwaadgezind, bij Camph. - kwaadgunstig, kwaadschik, bij Oud.: zich quaedschik aanstellende; zoo zegt men ook nog: goedschiks, of kwaadschiks - kwaadsprekend, kwaadsprekendheid, kwaadspreker, kwaadspreking, kwaadspreekster - kwaadtalig, bij Vond. kwaadwillig, kwaadwilligheid, kwaadwilliglijk, kwaadzeer. Kwadertieren is oul. in gebruik geweest, voor het tegendeel van goedertieren: Mer wi en willen u niet quadertieren (molesti) wesen. Bybel 1477.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken