Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Laat]

LAAT, bijv. n. en bijw., later, laatst. Spade: waarom komt gij zoo laat? Het is later, dan ik gedacht had. Laat in den avond. Het zal laat worden. Beter laat dan nooit. Van een bepaald uur gebruikt men het ook,

[pagina 667]
[p. 667]

schoon er, eigenlijk, het denkbeeld van spade aanleiding toe gegeven heeft: hoe laat is het? In het late najaar. Late kersen, die laat rijp worden. De overtreffende trap laatst wordt gebruikt van dingen, die geen ander ding van hunne soort na zich hebben, ten opzigt van tijd, plaats en orde. Ten opzigt van den tijd: de laatste dag in het jaar. Hij voert altoos het laatste woord. Dikwijls ook slechts in zoover, als eene zaak, tot hiertoe, nog geene andere zaak na zich heeft: de laatste reis, dat ik hem sprak. Het gebeurde laatst, dat hij enz. Hij sneuvelde, in den laatsten veldtogt. Bijzonder zegt men het van dingen, die stervenden betreffen: iemand het laatste oliesel geven. Den laatsten snik geven. De laatste pligten afleggen. Iemand de laatste eer aandoen, hem grafwaart verzellen. Ten opzigt van het slot der eeuwen: het laatste oordeel, het jongste geregt, in den bijbelstijl. Met betrekking tot eene plaats: de laatste duit in den zak. Tot orde: hij was de laatste, hij sloot het hek. Ten laatste, eindelijk. In het laatste. Voor het laatste. Zamenstell.: laatstleden. De stellige trap laat komt overeen met het hoogd. lasz, neders. laat, Notk. lazzo; de overtreffende trap laatst is, bij oude frank. en opperd. schrijvers, lezest, lezist, angels. laesta, hoogd. letzt, gr. λοισθος. Het woord schijnt met het w laten verwant te zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken