Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Lam]

LAM, bijv. n. en bijw., lammer, lamst. Dit woord drukt uit het gebrek eener al te zwakke beweging, of van het geheele gemis daarvan. In den laatsten zin lijdt het geene trappen van vergrooting. Eene lamme hand. Iemand

[pagina 675]
[p. 675]

lam slaan. Hij is lam in al zijne leden. In het bijzonder, voor lam aan de voeten: selfs sullen de lamme den roof rooven. Bybelv. Oneig., van behoorelijke kragt ontbloot: 's Menschen lamme pooging. M.L. Tydw. Van waarheid en gegrondheid ontbloot: dat is een lam bewijs. Dat al de noodige deelen niet heeft: een lam vers. Dat beeld is lam geschilderd. Van hier lamheid, lammigheid, in den eigenlijken en figurelijken zin. Zamenstell.: lendenlam, slap. Lamgat, lampoot, scheldnaam, in den gemeenen spreektrant, voor iemand, die traag en lui is.

Bij Tat. lam, in den zin van beroerd, geraakt, hoogd. lahm, neders. lam, eng. lame, angels. laem, lam, zw. lam, ijsl. lamr, pool. lamac, slav. lomiti. Het woord schijnt, eertijds, in het gemeen, een gebrek beteekend te hebben. Otfrid. zegt: der sprache bilemit, dat is stom. Hierheen behoort het oude lammer, lemmer, beletsel, belemmeren, (in de spraak belemmerd) leemte. Bij Notk. is lam gevoelloos.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken