Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Laveren]

LAVEREN, onz. w., gelijkvl. Ik laveerde, heb gelaveerd. Tegen den wind opzeilen, - overdwars heen en weder zeilen, om weg te spoeden, wanneer men in den wind heeft: men ziet op nieuw de zwarte schepen laveren,

[pagina 693]
[p. 693]

langs d' ontdooide vloên. Poot. Van menschen, die, door den drank bevangen, de straat kruisen, en gelijk een schip, dat laveert, gestadig schijnen te zullen overslaan, of vallen:

 
Den droncken Staphylus en Botrus, kael van veren,
 
Met al het huisgesin, quam achter aen laveren. D. Heins.

En van schaatsrijders: nu laveren heel in lij, op d'eene schaets, enz. Antonid. Bij Kil. laveren, loeveren, oul. ook loveren, fr. louvoyer, eng. to laveer, bij Johnson, deen. lovere, hoogd. laviren. Loef is, bij Kil., eene dolpen, eene roeipen, op de zijde van het schip; ook noemen de schippers die zijde des schips, van waar de wind komt, de loef. Zoo is dan laveren, loeveren, het schip in die schuinsche rigting brengen, dat de wind te loefwaart invalle.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken