Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Lazaret]

LAZARET, z.n., o., des lazarets, of van het lazaret; meerv. lazaretten. Een gebouw, waar besmette kranken bezorgd worden. In zeesteden, bijzonder bij de middelandsche zee, noemt men lazaretten zulke huizen, waar men scheepsvolk en reizigers, die van plaatsen komen, welke men van pest verdenkt, eene wijl tijds doet verblijven, om den veertigdaagschen proeftijd (la quarantaine) uittehouden. Oorsprongelijk, beduidde dit woord een huis voor melaatschen, omdat, in de middeleeuwen, het voornaamste gebouw van dien aard, voor Jeruzalem liggende, aan den heiligen Lazarus was toegewijd. Dit is ook de rede, dat elk, die eene soort van melaatschheid had, in die eeuwen, lazarus genoemd werd. Wij zeggen nog: hij is lazarus, ook lazerus. Hij is lazarus op het hoofd. Daar is een lazarus aan de deur. Zamenst.: lazarushuis, lazarusklap. Van hier lazarij, melaatschheid: die plaghe van lazarien. Byb. 1477. Gij streekt de lazerij den hoovling in uw plassen, van 't stinkent lichaem. Moon. - Lazarig, lazerig: hij is zoo lazerigh en onghevoeligh. De Brune. Bij Kil. laferisch. De oorsprong, ondertusschen, is ontleend van den bekenden melaatschen, in het Evangelie, Lazarus genaamd, welken naam som-

[pagina 694]
[p. 694]

migen voor Eliezar, hulp van God, houden; anderen door hulpeloos, arm, vertalen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken