Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Lei]

LEI, z.n., vr., der, of van de lei; meerv. leijen. Dunne, platte, blaauwachtige steen, waarmede men huizen dekt; schalie: eene kerk met leijen dekken. Eene lei, waarop men met eene griffel schrijft: op eene lei sommen uitrekenen. De lei is vol. Iets op de lei zetten, schrijven; ook figurelijk, voor iets nog niet rekenen, nog niet laten gelden. Eene goede lei bij iemand hebben, kosteloos bij iemand onderhoud hebben. Opene lei voor anderen laten, hun ruimte overlaten. Voor de stof, zoolang zij niet tot steenen gevormd is, schijnt het, liefst, onzijdig te wezen: verwaterd lei. Van hier het onverb. leijen: een leijen dak. In den vertrouwelijken stijl, zegt men van iets, dat vlot gesproken wordt; van eene zaak, die geenen tegenstand vindt: het loopt van een leijen dak af; - hij spreekt, of het van een leijen dakje gaat. Zamenst.: leidak, leidekker. Bij Kil. is het leijde, leije. Omdat men, daarmede, daken dekt, tot waterleiding, brengen sommigen het tot lei, een weg, waarvan leiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken