Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Lekken]

LEKKEN, onz. w., gelijkvl. Ik lekte, heb en ben gelekt. Door een lekgat vocht laten loopen; met hebben: de kraan heeft allang gelekt - het vat heeft gelekt. Hier wordt hebben gebruikt, omdat het denkbeeld van eene daad, een bedrijf, hier, meest heerscht. Met

[pagina 711]
[p. 711]

zijn; waar de gewrochte daad als vertoond wordt: het bier is door de kraan gelekt. Het vat is ledig gelekt. Al de wijn is uit het vat gelekt. Wanneer men dit woord van andere dingen zegt, gebruikt men leken; als van bloed: mijn pijlen zullen, root van bloet en dronken, druppelen en leken. Vond. Zoo lang een druppel bloets zal uit mijn' adren leken. Vond. Van tranen: door 't leeken van mijne oogen. Trip. Dat haer traenen leken. Vond. Van honig: duizent frissche beeken van zoeten honig leken. H. Schim. K. v. Mand. gebruikt het ook van wijn: den goeden wijn, die men gloedig zag leken. Bij Kil. is den wijn leken, denzelven door eenen doek doen druipen. Hooft zegt: met eenigh vocht uit haar' rijpe penne geleekt. Van dingen, die bij vloeistof vergeleken worden: het woord van Godt verspreekt der ziele 't heil, dat uit zijn volheid leekt. M.L. Tydw. K. van Mander gebruikt leken ongelijkvl.: d' welck gedaen overvloedig het bloed daer lack. - Al wat hij sprack, hem veel zoeter als heunig te mond' uyt lack. Van hier lekking, leking. Zamenstell.: lekgat, leksteen, lekton, lekvat, lekwater, lekwijn.

Lekken, hoogd. leeken, opperd. lechen, zw. läcka, ijsl. lecka. Van lek, een gat, dat met lok, loch, een gat, over een komt, en tevens den klank van lekken nabootst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken