Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Lekker]

LEKKER, bijv. n. en bijw., lekkerer, (lekkerder) lekkerst. Zeer smakelijk: lekker eten - dat is lekkere koek. Geneigd, om zeer smakelijk voedsel te genieten: hij is lekker op het eten. Dat eene oorzaak is, dat iets lekker smaakt: een hemelsch manne, dat den lekkren honger wet. Anton. Als een zelfst. naamw.: een jonge lekker, een snotjongen. Een stoute lekker, stoute jongen. Een verwijfde, een saletjonker: een lekker trotst mijn kracht. Hooft.

 
Daer een quaede lecker speelt,
 
Van een deughdigh man gheteelt. Gesch.

Daar dit woord, eigenlijk, op den smaak ziet, wordt het, oneigenlijk, op andere zintuigen toegepast, als op het gehoor: hij streelt het lekker oor met uitgelezen sierzel van treffelijk gedicht. Hooft. Op den reuk: die bloemen hebben eenen lekkeren reuk. Dat het oog streelt: dat is een lekker stuk schilderij. Van hier lek-

[pagina 712]
[p. 712]

kerheid, smakelijkheid der spijzen en keurelijkheid in het eten, lekkerlijk, lekkernij. Zamenstell.: lekkerbek, lekkerbekken, smullen, lekkerbekkig, lekkerbekkigheid, lekkertand, lekkertanden: lekkertanden aan iets. De Brune.

Het woord komt, zonder twijfel, van likken; waarheen ook het gr. γλυϰερος, zoet, en het lat. delicatus schijnen te behooren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken