Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Licht]

LICHT, z.n., o., des lichts, of van het licht, meerv. lichten. Het woord drukt deels uit de lichtende zaak, de lichtstof, deels iets, dat met licht verzien is. In het eerste geval heeft het geen meerv.: God schiep het licht. Wie kan de snelheid des lichts berekenen. De kaars geeft een flaauw licht. In bepaaldere beteekenis, het licht, dat door de zon ontstaat: het licht valt door de dakvenster. Houd het tegen het licht. Bezie het eens bij het licht. Iemands licht betimmeren, oneig., iemands verdiensten in mindere aanmerking doen zijn. Ga mij uit het licht. Iemand in het licht staan. Sta u zelven niet in het licht, verhinder uw voordeel niet. Het licht breekt aan. Bij Schilders staat eene schilderij in een valsch licht, wanneer het daglicht er zoo niet op valt, dat alle deelen genoegzaam gezien kunnen worden. Van hier iets in een valsch - verkeerd licht stellen - plaatsen, eene zaak zoo voorstellen, dat een ander haar niet grondig kan beoordeelen. Voor eene lamp, of kaars: zij arbeiden al bij het licht. Fig., in tegenstelling der donkerheid, of bedekking: dat zij het licht vlooden. Hooft. Iets in het licht brengen. Een boek in het licht geven. Wanneer komt het in het licht? Het licht schuwen - haten. Voor eene verlichtte plaats: van hier naar hooger licht. Smits. Duidelijke, klare kennis: ik heb geen licht genoeg in de zaak. In den Bijbel heeft het nog meer beteekenissen, als die van een beeld van het Opperwezen, enz.: God is een licht, om zijne

[pagina 730]
[p. 730]

heiligheid en volmaakte kennis. In het tweede geval heeft het een meerv., en wordt genomen voor ligchamen, met licht verzien: Godt maekte twee groote lichten, zon en maan. Bybelv. Een licht opsteken - branden. Het licht uitblazen; ook figurel.: iemands licht uitblazen, hem doodschieten, vermoorden. Voor de oogen, in de dichterlijke taal: twee lichten gloren in den hemel van 't gelaat. Voor personen, die in eene of andere zaak veel licht verspreid hebben: lichten der Keurpaltsische Akademie. Moonen. Ook voor eenen lichtmis: o! 't was een licht der lichten. A. Harts. Het verkleinw. lichtje: de lichtjes, die gij spreidt. Smits. Zamenstell.: daglicht, dwaallicht, flonkerlicht, maanlicht, enz. - Lichtdrager, morgen- en avondster, lichthater, lichthout, verrot hout, dat, in eene donkere plaats, licht van zich geeft, lichtschuuw, lichtsteen, lichtstof, lichtstraal.

Licht, bij Isidor. en Ker. lecht, Otfrid. en Tatian. licht, neders. lucht, (in eenige oorden des Vaderlands ook lucht, voor het licht eener lamp of kaars vooral, neders. lecht genoemd) hoogd. licht, angels. lecht, eng. light, Ulphil. ljuhath, wall. llug. Anderen laten den keelklank weg, als in het lettis. luti, deen. lius, lijs, zw. ljus, ijsl. lios, lat. lux. Het is een zeer oud woord, behoorende tot het groote geslacht der woorden: bleek, glans, blinken, bloot, blikkeren enz. Het lat. lucere, diluculum, het gr. λευϰος, bleek, λυχνος, een gemaakt licht, λυϰη, de morgenschemering, en andere meer behooren hierheen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken