Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Loeren]

LOEREN, onz. en bedr. w., gelijkvl. Ik loerde, heb geloerd. Onz. met hebben; scherp op iets zien: so ick aen mijnes naestens deure geloert hebbe. Bybelv. Bijzonder, met oogmerk en begeerte, om iets te bemagtigen: de leeuw loert op zijnen roof. Bedotten, bedriegen; in eenen bedrijvenden zin: list, om Oranje en Egmond te loeren. Hooft. Van hier loering. Bybelv. Zamenst.: loerhuisje, loerman, afgenomene kaas, lapkaas, loermoorder, bij Hooft voorkomende, in denzelfden zin als bij de Duitschers meuehelmörder, die op iemands leven loert, die iemand met list en op eene verraderlijke wijs van kant maakt - loerplaats. Kil. heeft ook loeroogen, dat bij Spieg. insgelijks voorkomt: die loerooght op de schauw -, loervogel, enz. Omloeren komt bij Antonid. voor: omloerende, gelijk een arend, enz.

Loeren, hoogd. lauern, neders. luren, gluren, deen. lure, zw. lura, eng. to leer en lurk, ijsl. hlera.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken