Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Los]

LOS, bijv. n. en bijw., losser, meest, zeer los. Niet vast: eene losse kies. Losse steenen in den gevel. Niet gebonden: hij kwam met losse haren. Uw gordel is los. Niet digt: het brood is los. Een losse grond. Een los gebouw. Ontslagen: de gevangenen zijn los gelaten. Hij is los van alle verbindtenis. Niet aangestampt met eenen kogel: met los kruid schieten. Niet stijf, ongedwongen: een losse trek op papier. Los geschilderd. Onzeker: ik

[pagina 778]
[p. 778]

heb het maar op een los gerucht. Ongestadig: los weêr. Het losse geval. Niet verslaafd: hij is los van zijn goed. Los van de wereld. Die zich niet veel verbindt aan bedachtzaamheid, zedigheid en pligt: los in den mond. De losse jeugd. Los in zijne zaken. Een los leven leiden. Daardoor zal de jongeling nog losser worden. Los over den godsdienst spreken. Dit woord wordt als bijw. bij vele werkwoorden gebruikt, en wil aaneengeschreven worden, als: losbersten, losbranden, losbreken, losdraaijen, losgespen, losrukken, enz. Verkleinw. losjes. Van hier losheid, lossigheidlosselijk. Zamenstell.: losbandig, losbandigheid, losbol, losbak, waarin men den hopperd pompt, om de hop er aftescheiden, loscedel, (losceel) losgeld, loshoofd, loshoofdig, loshoofdigheid, loskop, loskoppig, loskoppigheid, loslijvig, loslijvigheid, losrent, losrentebrief, losspil, windas, lostoomig, bij Rodenb., loszinnig, bij Frantzen.

Los, Otfrid. los, hoogd. los en lose, neders. los, zw. lös.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken