Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L (1802-1803)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-LToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.22 MB)

Scans (454.45 MB)

ebook (5.62 MB)

XML (2.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L

(1802-1803)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Lucht]

LUCHT, z.n., vr., der, of van de lucht; meerv., in sommige gevallen, luchten. Dat vloeibare ligchaam, welk men wel niet zien, maar welks beweging men nogtans voelen kan, en welk men, telkens, in - en uitademt; zonder meerv.: de lucht uit een ruim pompen. Lucht scheppen. Wie kan van de lucht leven? Gij moet dit goed voor de lucht bewaren. Zet het in de lucht. Ik moet mijnen boezem lucht geven, ik moet u mededeelen, dat mij als een last op het hart ligt. De dampkring: eene dikke lucht. Kasteelen in de lucht bouwen, vruchtelooze ontwerpen smeden. De lucht klieven, bij de Dich-

[pagina 782]
[p. 782]

ters, voor vliegen. Het schip sprong in de lucht. Met eene betrokkene lucht afvaren. Met donderslagen, blixem en buijen vecht de lucht tegens ons. Oud. Gewest: de volken van allerhande luchten. J. de Marr. Eene zachte beweging van de lucht, eene koelte: daar komt lucht. Reuk, geur; met een meerv.: de hond krijgt de lucht van het wild. D'aptheek vol luchts en geurs. Deck. Een hof ontving ze in Edens zoete luchten. Poot. De neus vat de luchten van bloem en kruiden aan. Vond. Oneig.: lucht van eene zaak hebben, van eene zaak kundschap hebben. De lucht der valschheit verneemen. Hooft. Aangename tijding: de koopman luistert hier naer luchten uit der zee. Vond. Ik heb er geen lucht op, die zaak smaakt mij niet. Eindelijk, noemen wijnverlaters gezwaveld doek, waarmede zij de vaten luchten, met den naam van lucht. Verkleinw. luchtje, een zacht windje: het luchtje bloes violen en rozen uit zijn mond. Vond. - Een luchtje scheppen. Eene kleine koelte: - Daar komt een luchtje, eenige verademing, verligting. - Om een luchtje gaan, eene kleine wandeling doen. Dat gaat om een luchtje, dat raakt verloren. Zamenstell.: luchtader, luchtbewoner, eene figurelijke benaming van het gevogelte, luchtbol, luchtgat, luchtgezigt, bij Oud., luchtgordijn, luchthartig, blijgeestig, luchthartigheid, luchtkreits, (luchtendom bij Vond.) luchtkunde, luchtledig, luchtmeter, luchtpijp, luchtpomp, luchtspringer, luchtsprong, luchtstreek, luchtweger, enz.

Lucht, Ker., Otfrid., Notk. luft, lufte, hoogd., deen., zw. luft, angels. luft, ijsl. left, schotl. lift. Het is zeer denkelijk, dat het, met ligt, lat. levis, tot eene bron behoort.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken