Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 171]
[p. 171]

N.

[N]

N is de dertiende letter van het nederd. abe, en de derde tongletter. Dewijl, bij het uitspreken van dezelve, een zacht geluid door den neus gehoord wordt, onder het aanslaan van de tong aan het gehemelte en de tanden, draagt zij ook wel den naam van neusletter. Men hoort dat neusgeluid bijzonder, als zij, in eene en dezelfde lettergreep, onmiddellijk voor eene g of k geplaatst is, als: ding, klank, ringen, danken. In de twee laatste woorden, die wel rin-gen, dan-ken worden afgebroken, behooren, nogtans, de g en k tot de eerste lettergreep: ring- en, klank-en. Om deze rede beschouwt L. Ten Kate de ng en nk als enkele en eenvoudige klanken. Wanneer de g en k, in tegendeel, niet tot dezelfde lettergreep behooren, hoort men dat neusgeluid minder, als: ingaan, onkunde, inklinken. Ondertusschen moet men, in de afleiding van de woorden, onder het oog houden, dat deze neusletter zich, ongevoelig, voor die beide keelletters plaatst; behoorende dus niet tot den wortel. Voor fragere, breken, tagere, tikken, raken, zeiden de nieuwere Latijnen frangere, tangere. Voor het gr. en lat. lijnx, zeggen wij lochs, losch. Daarom behooren blikken en blinken tot eene bron, wegen en wenken enz.

Zij kruipt ook onmiddellijk voor tongletters in. In de volkstaal hoort men nakend voor naakt. Daarom zijn schade en schande uit eenen oorsprong; als ook het lat. scindo en ons scheiden. Het ijsl. mattul is bij ons mantel. Bij sommige woorden staat zij als eene ledige lapletter vooraan, zonder de beteekenis des woords te veranderen, als: noest voor oest, naars voor aars, nast, neest voor eest. Zoo ook in nadder voor adder, naak voor aak, naveger voor aveger, neglantier voor eglantier, nijver voor ijver, nochtend voor ochtend. Om die rede vindt men haar ook wel weggelaten, als: arren voor narren, erf voor nerf. In vele woorden schijnt die voorgevoegde n een overblijfsel van het lidwoord den of een te zijn; of liever, schijnt het, dat men, om de meer gemakkelijke uitspraak, de n des lidwoords bij het naamw. gevoegd heeft, als: den aars, de naars. Voor andere

[pagina 172]
[p. 172]

woorden gevoegd, is zij uit het verouderde ne of ui ontstaan, en duidt eene ontkenning aan, als: nimmer, nooit, nergens, neen, niet, uit ne en immer, ne en ooit, enz. In de uitspraak verandert zij gaarn in de lipletter m: imboedel, impost voor inboedel, inpost - aambeeld voor aanbeeld enz.

Het is eene gewoonte geworden, om, in plaats van eenen eigennaam, als men denzelven of niet weet, of met opzet verzwijgt, eene dubbele N.N. te zetten. Du Fresne merkt aan, dat die gewoonte, ongeveer in de elfde eeuw, in gebruik geraakt is. Men verklaart dat, wel eens, door twee latijnsche woorden nomen nescio, ik weet den naam niet; of nomen notum, de naam is u bekend. Anderen beschouwen het als eene verkorting, uit Ille, of Illa, hij, zij, ontstaan, hetwelk men Ill, met eene dwarse streek door de laatste letteren, plagt te schrijven; dat, uit onwetendheid, voor N.N. zou gehouden zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken