Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 575]
[p. 575]

[Spit]

SPIT, z.n., o., des spits, of van het spit; meerv. speten. Verkleinw. speetje. Kil. spet. Anders ook speet. Een spits keukentuig, waaraan men vleesch en andere dingen braadt: steek het aan het spit. Zij braen den afval aen het spit. Vond. Die ons met het spit slaat. Hooft. Bij D. Deck. vrouwelijk in: die fijne leer hout de spit aen 't gaen. Spreekw.: hij wordt met het spit gesmeten, schoon hij van 't gebraad niet heeft gegeten, men straft hem onschuldig. Het spit in de asch wenden, eene zaak verbrodden. Het spit in den rug, in de lendenen, is zekere pijn, waardoor men buiten staat gesteld wordt, om zich te buigen. Bij Halma is spit ook een werktuig, om te spitten, eene spade. In onderspit, is spit het gene gespit wordt, even als speetje in: een speetje boter. Speten van de herten zijn, bij Kil. de enkele spitsjes, die een jong hert op den kop heeft, wanneer deszelfs horens nog niet uitgewassen zijn, maar slechts voor den dag beginnen te komen. Zamenstell.: spitdraaijer, spithert, spitvarken, een jong varkentje, dat in zijn geheel aan het spit gebraden wordt. Braadspit, draaispit, onderspit, enz.

Spit, neders. spitt, speet, zweed. spett, spets, spesse, ijsl. spiot, eng. spit, oudd. spiz, hoogd. spiesz, is naauw verwant aan speet, spade, spies en spits.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken