Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Stut]

STUT, z.n., m., des stuts, of van den stut; meerv. stutten. Verkleinw. stutje. Een stijl, of ander steunsel, waarmede men iets onderschraagt, en overeinde houdt: de luifel was met stutten geschoord. Overdragtelijk, een persoon, of eene zaak, waardoor iemand, of iets, ondersteund, en staande gehouden, wordt: God is mijn steun en stut in mijnen kommer. Zoo zoude de partij van Momorancij eenen stijven stut quijt wezen. Hooft, bij wien het elders vrouwelijk is, in: indien ghij ghene stut bij henlien kunt bespeuren; even als bij Vond. in: dien d'opperste beschermt, die heeft een vaste stut; en op meer andere plaatsen. Stutje zetten, stutjes draaijen, stutjes loopen en stutten, bij Halma, wordt van jongens gebezigd, die uit kerk, of school, of van hun werk, wegblijven, om hun vermaak te nemen.

Stut, Kil. stutte, hoogd. stütze, neders. studde, angels. studu, stuthu, eng. stud, deen. stijttele, zweed. stod, Ulphil. stud, komt van stutten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken