Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z (1811)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-ZToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.43 MB)

Scans (256.03 MB)

ebook (4.65 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z

(1811)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Zijn]

ZIJN, onz. w., onregelm. Ik was, ben geweest. Het is uit verscheidene werkwoorden zamengesteld; gelijk blijkt uit: ik ben, ik was, wij waren, dat ik zij, ik ben geweest, zal zijn, zoude zijn, zoude geweest zijn, enz. Het wordt tweeledig gebruikt.

1. Als een op zich zelf bestaand werkwoord, terwijl het de eenvoudigste betrekking uitdrukt, welke tusschen het onderwerp en voorwerp eener rede kan plaats hebben. Het wordt met bijwoorden en bijvoegelijke naamwoorden gebezigd, die als bijwoorden voorkomen. Ik ben gezond. Gij zijt groot. Zij is treurig. Wij waren regt vrolijk. Wees daarmede tevreden. Hij was zeer vermogend. Hij was arm en is nu rijk. Ik hen van mijne zaak zeker. Dat zal ons aangenaam wezen. Iemand vijandig zijn. Hij is weg. Ik was zeer boos op hem. - Met zelfstandige naamwoorden: Salomo was een koning. Uw broeder is een eerlijk man. Ik ben zijn vriend niet. Dat is eene ellendige verontschuldiging. Ik ben uw dienaar. Dat is geheel iets anders. Hier wordt zijn ook onpersoonlijk gebruikt, zoo dat het woordje het de plaats des onderwerps eener rede inneemt: het is van daag goed weder, of weêr. Het is hoog tijd. Het is reeds dag. Het was al te laat. Het is de waarheid.

[pagina 378]
[p. 378]

In vele gevallen wordt het voorwerp der rede, in plaats van in den eersten, in den tweeden naamval gesteld, of door van aangeduid: goeds moeds zijn - hij was altoos goeds moeds. Hij is des duivels, in de gemeenzame verkeering, voor: hij is als de duivel. Ik ben voornemens. Hij was willens. Zij is van hooger afkomst, dan hij. Ik was van uwe meening, enz. - Met voorzetsels: op het veld, in de stad zijn. Het is aan mij, de beurt is aan mij. Zoo veel in mij is, zoo ver mijne krachten reiken. Er is niets van die zaak, zij is niet waar. Hij is er slecht aan, bevindt zich in slechte omstandigheden. Uit de mode zijn. In gebruik zijn. Alles is tegen hem, verzet zich tegen hem. Op zijne hoede zijn. Wat is er van uwen dienst? Zonder vrienden zijn, geene vrienden hebben. Nooit zonder geld zijn. Dat is van mij, behoort aan mij, is van mij afkomstig, enz. - Met werkwoorden; en wel met de enkele onbepaalde wijze: het is hier goed wonen. Doch meest met te: er is wel naar te wachten, maar niet naar te vasten. Wat is nu te doen? Hier is niets te hopen. Aan die zaak is niets te verdienen. Met den dood is niet te spotten. Met zulke menschen is geen medelijden te hebben, enz. - Met het verleden deelwoord: dat zij den tijd bevolen. Het is God geklaagd. Laat u dit gezegd zijn.

Figuurlijk, tegenwoordig zijn, zijne werking aan eene plaats openbaren: hij is hier, hij is daar; zij waren onder, boven, enz. Zij zijn nog in de kerk. Ik was in de stad. Gij waart ook daar bij. Waar zijt gij geweest? Morgen zal ik bij u zijn. Waar ook mijn geest na den dood moog wezen. In zeer vele gevallen wordt het ook van de gewaarwordingen en den toestand des gemoeds gebruikt, en wel onpersoonlijk, of ten minste in den derden persoon; en vereischt den derden naamval des persoons: het is mij leed. Het is mij lief. Voor schijnen: het is mij, alsof ik iets zie. Dat huis is mij eene gevangenis. Toebehooren: wien is dat geld? Hem was het koningrijk. Ook met voor: dat is niet voor mij, enz. - Gesteld, geschapen zijn: hoe zijn zijne omstandigheden? Men weet, hoe kinderen zijn. Nu ziet men, wie gij zijt. Ook met bijvoeging van met: gelijk het met den eenen is, zoo is het ook met den anderen, enz. - Om den tijd te bepalen, wanneer

[pagina 379]
[p. 379]

eene zaak geschied is: het was in den zomer, toen ik hem zag. Het zijn nu reeds tien jaren, dat ik hem niet gezien heb. - Geschieden, plaats hebben: wanneer het zijn moet, dan zij het. Dat kan niet zijn. Het kan zijn, dat ik haar nimmer wederzie. Het zij zoo. - Werkelijk bestaan, voorhanden zijn: er is een God. God is van eeuwigheid geweest. Ik denk, derhalve ben ik. Was er ooit een wensch, dien mijn oog verried, en dien gij niet vervuldet? Gij zult mij, wanneer ik niet meer zijn zal, nog liefhebben en zegenen. Onze vriend is niet meer, is dood.

2. Als een hulpwoord, waardoor de verledene tijden van sommige werkwoorden gevormd worden. Zie Inleiding, bl. 142 en verv. - Zamenstell.: afzijn, bijzijn, omzijn, voorzijn, enz.

Zijn, wezen, hoogd. seyn, is het onregelmatigste werkwoord, 't welk wij hebben, maakt zijne ontbrekende tijden gedeeltelijk met zich zelf, gedeeltelijk met zullen, en is eigenlijk uit werkwoorden zamengesteld; als: ik ben, van het oude bennen; - ik was, van wezen; wij waren, van weren, duren; gij zijt van zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken