Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zoon van de gondelier (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zoon van de gondelier
Afbeelding van De zoon van de gondelierToon afbeelding van titelpagina van De zoon van de gondelier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.76 MB)

Scans (47.59 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjong Khing Thé



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zoon van de gondelier

(1971)–Hans Werner–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 116]
[p. 116]

De eerste avond: de gemaskerde verteller

Weet je wat er op de eerste avond gebeurde? Op de eerste avond viel de arme gondelier onder het bed in slaap! Net op het ogenblik dat prins Pinari begon te vertellen!! Vergeet niet dat de arme gondelier al een hele dag had geroeid en dat het de eerste avond was dat hij zo lang opbleef. Onder het bed van Paolo lag op die eerste avond dus een slapende gondelier! Gelukkig snurkte hij niet. Anders was hij meteen aan het begin al ontmaskerd. Weet je wat hij wèl deed? Hij droomde! Hij droomde achter elkaar de elf verhalen die je hebt gelezen in dit boek. Hij droomde ze van achteren naar voren. Dat is niet zo vreemd als het lijkt wanneer je bedenkt dat hij al de hele dag had geroeid. Als je in een roeiboot zit, zie je alles in omgekeerde volgorde. Omdat je achterstevoren zit. Een Venetiaans spreekwoord zegt dan ook: ‘De dromen van een roeier beginnen waar de dromen van andere mensen ophouden.’

Wil je weten wat de gondelier onder het bed in zijn droom zag? Hij zag Ucco op de bazuin blazen. Daar begon het mee. Ucco blies op de bazuin en het schilderij van Pintoretto verscheen uit het niets. Alle prinsen en prinsessen schuifelden achteruit naar hun gondels en de gondels voeren achteruit weg van het Dogenpaleis. Er klonk een knal. In zijn droom keek de gondelier omhoog. Hij zag een luchtballon. Hoog in de lucht stond Signor Safari en hij mikte op een gevleugelde leeuw die achteruit vloog en steeds kleiner werd. De luchtballon daalde en schrompelde ineen tot een grauw pakje dat door Signor Safari werd opgeborgen in een enor-

[pagina 117]
[p. 117]



illustratie

[pagina 118]
[p. 118]

me rugzak. De rugzak stond op de voorplecht van een gondel. De gondel werd achteruit geboomd door Guido. De wijn die Guido niet wilde drinken, sprong vanuit het water naar zijn lippen.

Ineens dobberde de oude Celestina voorbij (in dromen vaart alles en iedereen door elkaar, dat weet je). Met een bosje klavertjes vier in een wijnglas dobberde ze terug naar haar vochtige kelder, ze ging slapen op haar strozak, werd weer wakker en peddelde voor de tweede keer naar het groene eilandje buiten de stad. Om er de gouden sleutel te zoeken. Ze vond de gouden sleutel niet in het gras, maar ze kreeg hem terug van een grijsaard die vervolgens terugklom naar een luchtkasteel waarvan het poortje dichtviel. De oude Celestina bleef achter met in haar handen de gouden sleutel. Ze liet de gouden sleutel in het gras vallen en ze peddelde terug naar haar kelder.

Nu zag de dromer onder het bed de flesjes van broeder francesco uit alle hoeken en gaatjes van Venetië terugdrijven naar het klooster aan het Poverello-kanaal. Bij de achterpoort sprongen de flesjes als kleine forellen uit het water. Door een spleet in de muur kwamen ze terecht in de ruwe handen van de simpele broeder. Hierna werd de droom onduidelijk en mistig. Er klonken bonzen en er vielen mensen in het water. Een bediende op scharlaken sokken praatte achterstevoren. Het was allemaal heel verwarrend. Totdat de mist optrok en de zon in het water scheen. De Doge en de mede-Doge voeren voorbij, achterstevoren zittend als roeiers, wuivend naar links en naar rechts. Even later gaven ze op het balkon van het Dogenpaleis de gouden slaapmuts terug aan hun vader. Minister Minisaldo stond er lachend bij. In de droom van de gondelier keek Minister Minisaldo niet zuur maar vrolijk. Want omdat alles andersom ging, werden de Dandolo's steeds jonger, zodat er ieder jaar steeds minder kaarsjes op hun verjaarstaarten hoefden. Dat scheel-

[pagina 119]
[p. 119]

de in de uitgaven. De tachtig stenen kogels stegen uit het water en suisden over het Venetiaanse ijs terug naar het kanon, Het kanon slikte alle tachtig kogels achter elkaar in. De sneeuw dwarrelde terug naar de dikke grijze wolken. De wolken dreven weg en het werd voorjaar (in een droom gaan de seizoenen met een vaart voorbij, dat weet je).

In een tuin achter een oranje paleisje zat een meisje aan een tafeltje waarop vellen tekenpapier lagen. Rups na rups na rups kroop achterstevoren uit de struiken, omhoog langs de tafelpoten, naar een rupsvormig gat in het tekenpapier. Vlinders daalden naar nieuwe vellen tekenpapier en werden geschilderde vlinders die niet konden bewegen. Maar in de kamer van professor Lepidoptero kwam het bonte behang tot leven en een wolk van duizenden vlinders stortte zich uit de open vensters. Het behang van de professor bleef achter als een reusachtig speldenkussen. Plotseling werd het donker. De maan gleed vanachter een wolk en legde een betoverend licht op gondels vol carnavals-vierders.

Ucco werd weer een huilende baby met een blauw maskertje op. De watermuzikant Zaganini bracht hem in een rieten gondeltje naar het Grote Kanaal en liet hem in de steek. (Vergeet niet dat het allemaal maar een droom was en denk dus niet onvriendelijk over de echte Zaganini die Ucco juist meenam naar huis.) De geleerde kat in de leeszaal bladerde de naslagwerken door van achteren naar voren en de muizen trippelden hun staartjes achterna tot ze weer veilig in de boeken terug waren. Leonardo kwam zijn boeken terugbrengen en zijn kat ophalen. In zijn droom hoorde de gondelier dat de kat niet ‘miauw’ zei maar ‘wuaim’ en hij zag dat de boeken van Leonardo geschreven waren in spiegelschrift.

Toen zag de dromer onder het bed een mooi meisje steeds armer en kleiner worden. Het was de kleine Katherina. Ze keerde in een waterton terug naar het bedelaarseiland. Ze was weer een klein en dik meisje. Ze verwisselde haar mooie

[pagina 120]
[p. 120]

kleren voor een voddig jurkje. Ze ging bedelen bij de buren en bij haar vader en moeder. Ineens draaide ze zich om en ze keek als een getergd buldogje naar de dromende gondelier, zodat deze wakker schrok... juist op het ogenblik dat prins Pinari de nachtkaars uitblies.

 

Dus je begrijpt nu dat de arme gondelier van die eerste avond thuiskwam met een heel verward verhaal. Marco begreep er de volgende avond bitter weinig van. Hij keek zijn vader teleurgesteld aan. ‘Waarom heeft u alles van achteren naar voren gedroomd?’

‘Omdat ik een roeier ben, Marco.’

‘Waarom roeit u dan niet andersom?’

‘Hoe bedoel je dat? Andersom?’

‘Gewoon! U gaat op het roeibankje zitten en dan kijkt u recht vooruit naar de plaats waar u heen wilt en zo blijft u zitten terwijl u roeit!’

‘Bedoel je dat ik de roeiriemen voortaan van voren naar achteren door het water moet trekken?’

‘Ja! Dat bedoel ik! Als u dat kunt leren, kunt u ook leren om van voren naar achteren te dromen.’

‘Maar ik wil niet meer dromen, Marco! Niet van achteren naar voren en niet van voren naar achteren. Ik wil wakker blijven als prins Pinari zijn verhaal vertelt. Zodat ik jou de volgende avond hetzelfde verhaal van voren tot achteren kan vertellen. Ik beloof je dat dit de laatste keer is geweest dat ik onder het bed van Paolo Pinari heb liggen dromen. Voortaan blijf ik wakker en ik onthoud alles wat ik prins Pinari hoor vertellen!’

 

Zo gebeurde het ook! De volgende avonden bleef de gondelier onder het bed wakker en hij vertelde de verhalen die hij hoorde aan Marco. We weten hoe het verder ging. Op de dertiende avond werd hij ontmaskerd. Marco werd van huis

[pagina 121]
[p. 121]

gehaald in de gondel van prins Pinari om de verhalen die door zijn vader waren meegenomen weer terug te vertellen. Hij begon met: het meisje met de bedelnap. Hij eindigde met: de bengel met de bazuin. In het verhaal van de tweede avond was de kleine Katherina een oude dame. In het verhaal van de twaalfde avond was ze een klein meisje. Is dat niet vreemd?

Wie vertelde de verhalen nu eigenlijk achterstevoren: prins Pinari, de arme gondelier, of Marco?

Denk er maar niet te lang over na.

De volgorde die de verhalen in dit naslagwerk hebben, is de enige juiste volgorde.

En vergeet de lijfspreuk van de Doge niet: ‘In Venetië is het leven een droom.’

 

Een wakker kind zal nu zeggen: ‘Nu weet ik nog steeds niet welk verhaal de vader van Marco op de eerste avond meebracht van het Pinari-paleis. De gondelier had liggen dromen onder het bed van Paolo en het verhaal van de prins niet gehoord. En toch vertelde hij de volgende avond aan Marco een verhaal dat goed afliep. Welk verhaal was dat dan?’

Het antwoord is heel simpel. Hij vertelde het verhaal van zichzelf, het verhaal van de gemaskerde verteller. Dit boek begint ermee. Dit boek eindigt ermee. Dit boek begint dus opnieuw. Daarom is het laatste woord niet EINDE maar

 

BEGIN


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken