Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tresoor der Duytsscher talen (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen
Afbeelding van Het tresoor der Duytsscher talenToon afbeelding van titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.72 MB)

ebook (3.16 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tresoor der Duytsscher talen

(1553)–Jan II van den Werve–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[C]

C A.

Captiueren, maken tot cyghen, oft nemen gheuanghen.
Captijf, a, um, geuanghene.
Captiuiteyt, een ghevanckennisse.
Captie, captiuncule, een bedroch oft vanghinghe met woorden.
Captieux, a, um, bedriechachtich, oft die gaeren in woorden begriipt.
Capteren, as, staen na een dinck met pluymstrijken, oft met arghelist, oft naeiaghen.
Captatie, naeiaghinghe.
Capture, eenen vanck oft ghewin.
Caueren, es, 2. coniug,. vermisden, hoeden oft machten.
Cautie, voorsieninghe, hoede, oft borghe.
Cauilleren, bespotten, schimpen, Item lasteren, oft bedrieghen.
Cauillatie, een bedriechlicheyt, oft woorden van niet.
Caueren, as, Prime coniug, holen, oft yet grauen.
Cauerne, een hol der wilder dieren.
Cauernem, a, um, hoolachtich oft gaetachtich.
Casus, eenen val oft eenen geluckval, schade oft versoeckinghe.
Cadueck, veruallich, onghestadich, oft verganckelijck.
Cadentie, een dingen dat nederwaerts gaet, oft ualt.
Canael, een groote oft een plaets die gootwijs ghemaect is.
Catarre, den snof.
[pagina 25]
[p. 25]
Calumpnie, een lasteringe, smade, schade, oft valsche versierde loghenen.
Calumpnieren, lasteren, verhinderen int recht oft aenclaghen.
Calumpniateur, een valsche lasteraer.
Calumpniatrice, een valsche lasteraersse.
Calumpnieus, a, um, lasterachtich oft vol schade.
Capiteus, corsele oft die een quaet hoot heeft, oft eygencoppich, oft eygensinnich.
Calculeren, Rekenen.
Calculatie, een rekeninghe.
Cancriseren, canckerachtich worden.
Castigeren, castijden.
Castigatie, een castidinge.
Castreren, lubben
Castratie, een lubbinghe.
Catholijck, al ghemeyn.
Casseren, wtroeden, verslaen, weest maken oft te niete doen.
Cassatie, eene wtroedinge, verslach, woestmakinge, oft een te niete doeninge.
Causeren, voortbrengen, maken, oft versaken.
Cause, een oorsaecke, oft reden, oft rechts handelen.
Canoniseren, een doot lichaem heylighen.
Canonisatie, eene heyliginghe van eenen dooden lichame.
Calcitreren, mette verssenen oft hielen stoten, Metap. wederspannich wesen.
Calcitratie, een stotinghe metten verssenen oft hielen.
Capteren, yemant vanghen met bedriechelijcke woorden, Metaph. happen.
Captatie, een vanghinge met bedriechelijcke woorden.
Canter, een sangher.
Carbonade, een spiise die coolachtich ghebraden is.
Calefactie, een verwarminghe.
Caracteren, een teeken, vorme, maniere, aert, in schrijuen oft spreken.
[pagina 26]
[p. 26]
Calamiteyt, verdriet, scade, oft armoede.
Calamiteus, vol verdriets, becommert, vol armoede.
Camise, een hemde oft eenen paltrock die ghemaect is op die maniere van een hemde.
Castimonie, een reynicheyt oft eerbaerheyt.
Capituleren, verscheyden met een hoofts geschrift.
Capitule, dat beghinssele oft die oorsake van eenighen dinghen oft een afgedeylt stuck eens boecx.
Capitael, scadelijck, verderflijck, des doots waerdich.
Capitolie, eenen tempel te Roomen oft slot op eenen berch: twelck te voren ghenoempt wordt den berch Arpenis.
Carnooss. vleesachtich of vet.
Carnositeyt, vlesachtichz.
Carnael, vleeschelijc, dat na vleeschelijcken aert is.
Cauterie, een ysere daermen yet mede brandt oft een merckyser.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken