Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tresoor der Duytsscher talen (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen
Afbeelding van Het tresoor der Duytsscher talenToon afbeelding van titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.72 MB)

ebook (3.16 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tresoor der Duytsscher talen

(1553)–Jan II van den Werve–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

I M.

Impetreren, vercrighen oft verweruen.
Impetracie, een vercriginghe, oft verweruinghe.
Impetrant, een vercrigere oft verweruere.
Impetrante, een vercrijgersse oft verweruersse.
Impetrable, tgheen dat vercrijgelijc, oft verwerffelijc is.
Impropereren, haesten inne oft heffen een schande op oft verwijten.
Improperie, een verwijtinghe, eender schande.
Imagineren, inbeelden oft begrijpen int herte, oft ouerdencken.
Imaginatie, een begrijpinghe int herte.
Image, een beelt.
Impatientie, onlijdsaemheyt oft onuerduldicheyt.
[pagina 83]
[p. 83]
Impacient, onlijdsaem oft onuerduldich.
Immoleren, offeren.
Immolatie, een offeringe.
Impereren, gebieden/ heeten oft bestieren.
Imperije, een gebot, beuel, rijck oft gheweldicheyt.
Imperiael, Keyserlijck oft skeyserijck aengaende.
Immiteren, aris, achteruolghen yemants manieren duechden oft lasteren.
Imitatie, een achteruolgige
Imitable, le, dat na gheuolcht soude worden.
Impleren, vullen.
Impletie, een vullinghe.
Impertinent, onbehoorlijc.
Imputeren, toe legghen oft gheuen de schult.
Imputacie, een toelegghinge oft geuinge des scults.
Impelleren, bewegen met aenhouden, driuen oft toe dwinghen oft insteken.
Impulsie, een beweginge met aenhouden, driuinge oft toedwinghinghe, oft instekinghe.
Immuyn, ledich van ghemeynen dienste, vrij, onbeswaert vanden diensten die der ghemeynte aengaet oft onbeghift.
Immuniteyt, alsulcken vrijheyt vanden ghemeynen diensten oft beswaricheyden.
Impedieren, winden die voeten in. Metaph. behinderen oft beletten.
Impediment, beletsele oft behinderinghe.
Immorteel, le, ondootlijc, onsterffelijck.
Immortaliteyt, ontsterffelicheyt.
Immundicie, onsuyuerhz ende onreynicheyt.
Immodestie, onnuttichz, oft onmaticheyt.
Immuteren, veranderen oft gheheel vernieuwen.
Immoble, onbeweechlijc.
Immobiliteyt, onvasticheyt oft onbeweechlichz.
Immigreren, trecken yewerts inne metter woon.
Immigratie, intreckinge.
[pagina 84]
[p. 84]
Improberen, schelden oft verworpen.
Improbatie, een scheldinghe oft verworpinghe.
Impuer, onsuyuer oft onreyn.
Impuriteyt, onsuyuerhz.
Impossible, onmoghelijck.
Impenderen, secun. coniug. inhangen oft na by wesen.
Impenderen, tert. coniug. wtgheuen, gheuen daer, keeren dear aen oft gheuen op.
Imploreren, aen roepen oft begheren hulpe.
Imploratie, een aenroepinghe.
Immolieren, maken wel saecht.
Impotent, onmachtich.
Impotentie, onmachticheyt.
Impeteren, aenvallen.
Impetueux, a, um, ongedurich oft crachtich.
Imponeren, oplegghen, cum datiuo, bedrieghen.
Impositie, een oplegginghe oft bedroch.
Impost, een instellinghe oft belastinghe.
Imposteur, een bedrieger oft verleyder.
Impotent, onmachtich.
Impotentie, onmachticheyt.
Imposture, een bedrieginghe.
Imprimeren, drucken oft indouwen.
Impresseur, een druckere.
Impressie, een druckinge.
Immisceren, mengen daer in.
Immixtie, een inmenginge.
Impieteyt, godloosheyt, ongodsvreesende oft verachtinghe oft lasteringhe tegen dien diemen behoort te eeren ende te prijsen.
Impugneren, vechten oft teghen strijden.
Improbiteyt, onvromicheyt, oft scalcheyt, Item aenhoudelijcheyt, oft strenghicheyt.
Imperfectie, onvolmaectheyt.
Impudijck, a, um, ontscha-
[pagina 85]
[p. 85]
mel, ontuchtich oft oncuysch.
Importuyn, ongeschickt, tontijde, ongheleghen oft onrustich oft quellijck.
Importuniteyt, ongheschictheyt, ongeleghentheyt oft quellicheyt, oft onghetijdicheyt.
Impingeren, stoten oft slaen in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken