Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tresoor der Duytsscher talen (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen
Afbeelding van Het tresoor der Duytsscher talenToon afbeelding van titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.72 MB)

ebook (3.16 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tresoor der Duytsscher talen

(1553)–Jan II van den Werve–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[L]

L A.

LAmenteren, claechlijck weenen.
Lamentacie, een claghelijcke weeninghe.
Lamentable, claechelijck oft weenbaerlijck.
Laxeren, wijt maken, lossen, slap maken, op doen oft vermaken. Item ontsluyten.
Laxatie, slaghz ende wijde.
Laboreren, arbeyden, wercken, oft worden moede oft wesen cranck, sorchvuldich ende onrustich.
Labeur, arheyt ende moedicheyt oft een werck.
Laborieux, a, um, arbeytsaem oft hert dat men arbeyt onderhouwen oft gebout moet worden.
Laudacie, een louinghe.
Lauderen, louen oft prijsen.
Laueren, wasschen oft baden. Metap. een seyl beghieten.
Lauatie, een badt oft wassinghe.
Larderen, besteken met speck.
Lapidaire, een die met ghesteenten ommegaet.
Latiteren, verborgen wesen.
Latible, een hol daer die wilde dieren in ligghen.
Languer, swaerhz, moeheyt oft crachteloosheyt.
Languesceren, crachteloos worden, beghinnen mat te worden oft cranck oft quelen.
Langueren, wesen mat oft swack oft afnemen. Item luy wesen.
Lapideren, steenighen, slaen oft worpen met steenen.
[pagina 99]
[p. 99]
Latrocineren, roouen oft reysen om eenen buet.
Latrocinie, een rouerije oft moorderije.
Lasciueren, dartel ende moetwillich wesen.
Lascijf, dartel, moetwilich, weeck ende verweynt.
Lasciuie, dertelheyt, weerheyt, ende verweyntheyt.
Labasceren, los, wesen, onvast, worden weeck, oft beghinnen beweecht te worden oft stamelen.
Lacticinie, melcspijse.
Lacteren, suygen. Metap. aenleyden, aenhouden oft bedrieghen.
Laps, verloop van tijden.
Lampe, adis, een fackel, kaerse oft schijn.
Largieren, gheuen rijckelijck oft mildelijck wt.
Largitie, rijckelijcke oft milde ghiften om vrienden mede te maken met veel gheuens.
Largiteyt, rijckelicheyt, ouervloedichz oft milthz.
Labryinth, eenen dool hof.
Latrine, een heymelicheyt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken