Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tresoor der Duytsscher talen (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen
Afbeelding van Het tresoor der Duytsscher talenToon afbeelding van titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.72 MB)

ebook (3.16 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tresoor der Duytsscher talen

(1553)–Jan II van den Werve–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[O]

O B.

OBedieten, onderdanich oft gehoorsaem wesen.
Obedient, onderdanich oft ghehoorsaem.
Obedientie, gehoorsaemheyt oft onderdanicheyt.
Obsusqueren, bruyn maken oft verdonckeren.
Obuieren, tegen gaen oft ghemoeten.
Obscureren, verdonckeren.
Obscuer, doncker, verboghen, onuerstandelijck, oneedel oft slecht.
Obscuriteyt, donckerheyt, onuerstandelicheyt, oft oneedelheyt.
Obiurgeren, bekijuen oft straffen met woorden.
Obiurgatie, een bekijuinge.
Oblecteren, belustighen oft vermaken.
Oblectatie, Oblectament, een belustinghe oft vermakinghe.
[pagina 113]
[p. 113]
Obtereren, wriuen oft stoten oft slaen in stucken gansselijck.
Obderen, voor doen oft sluyten.
Oblatreren, tegenbassen, teghen spreken, bekijuen oft versnauwen.
Onserueren, waernemen, wel mercken, wel bewaren, onderhouden, oft gadeslaen.
Obseruatijf, een die waer nempt, wel merckt, wel bewaert oft onderhout.
Obseruatie, een opteckeninghe, waerneminghe, oft onderhoudinghe.
Obseruantie, een vereeringhe oft onderhoudinghe.
Obseruable, dat gheeert, oft in eeren ghehouden wordt.
Obambuleren, gaen wandelen.
Obtineren, houden, behouden, vercrighen, oft winnen.
Obstineren, vast, oft stijf maken.
Obstinaet, crigel oft hertneckich.
Obstinatie, een hertneckicheyt, stijfheyt, strachz oft stercheyt des herten.
Obsisteren, teghenstaen.
Obijcieren, voorhouden, teghenworpen oft brengen.
Obiectie, een voorhoudinghe, verantwoordinghe daermen teghen segghen mach.
Obduceren, ouertrecken oft bedecken.
Obloqueren, segghen oft teghen spreken, lasteren, clappen achter rugge oft schelden.
Obuenieren, geschieden, toecommen, oft ghebeuren.
Obuolueren, omwinders.
Obrueren, oueruallen, bedecken, oft neder drucken.
Oblacie, een willinghe gaue, ende offerande.
Obstreperen, tegenstaen, oft verhinderen.
Obstreren, staen teghen, verhinderen oft beletten.
[pagina 114]
[p. 114]
Obstacule, een tegenstaninge oft verhinderinge, oft beletsele.
Obtegeren, bedecken oueral
Obtruderen, ouerdringen met gewelt oft tegenstoten.
Obdureren, hert maken, oft wesen gedurich.
Obsideren, beleggen, oft wachten met bedroch, oft laghen legghen.
Obsidie, belegeringhe.
Oniureren, verplichten met sweeren.
Oblitteren, wtdoen, verdonckeren, oft brenghen in vergetentheyt.
Oblideren, stoten ouer al, verdrucken oft dooden.
Obligeren, as, aui, ombinden, oft verbinden, oft verplichten.
Obligatie, een verplichtinghe ende verbindinghe.
Oblucteren, strijden, worstelen tegen, oft tegensetten.
Obmorderen, ombyten.
Obnuncieren, vercundigen yet quaets, oft tegen seggen ende tegenstaen.
Obnecteren, verbinden, ende verstricken.
Obsecreren, bidden neerstelijck.
Obsigneren, verseghelen.
Obsequeren, wesen ghehoorsaem, gedienstich.
Obsequent, part. gehoorsaem oft gedienstich.
Obsequie, onderdienstbaerheyt oft ghehoorsaemheyt.
Obstringeren, verbinden oft verstricken.
Obsatureren, gansch versaden.
Obtesteren, seer bidden.
Obtempereren, gehoorsaem wesen.
Obtingeren, aen roeren.
Obtrecteren, trecken dicke af, weygeren, achterclappen, oft schelden.
Obtrectateur, een lasteraer, oft achterclapper.
Obtenderen, voorspannen tegen houden, voorhouden.
Obtunderen, slaen wel in stucken. metaph. maken verdrietich, verladen, wesen lastich, bot maken.
[pagina 115]
[p. 115]
Obtuys, a, um, bot. Metaph. slecht.
Obtenebreren, verdonckeren oft duystermaken.
Obturberen, verwerren, beweghen, oft bedroeuen gansselijck.
Obuerteren, tegen keeren.
Obtureren, stoppen oft sluyten.
Obturatie, stoppinge oft sluytinge
Obsteren, teghen staen, oft verhinderen.
Obstantie, een teghenstaninge oft verhinderinge.
Obumbreren, maken een schaduwe oft bedecken.
Obumbratie, een bedeckinge
Obstupesceren, maken verslaghen.
Obstupesactie, een verslaninghe.
Obees, a, um, dun, oft wt gemagert. Vel contrarium, dick ende vet.
Obesiteyt, vetheyt, ende dickte.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken