Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het tresoor der Duytsscher talen (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen
Afbeelding van Het tresoor der Duytsscher talenToon afbeelding van titelpagina van Het tresoor der Duytsscher talen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.72 MB)

ebook (3.16 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het tresoor der Duytsscher talen

(1553)–Jan II van den Werve–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

R E.

Reueleren, ontdecken oft openbaren.
Reuelatie, een openbaringhe.
Repudieren, verstoten, verworpen, af slaen oft van zijnre hyusvrouwen scheyden.
Repudie, een scheydinghe des houwelijcx oft verstotinghe van zijnder huysvrouwen.
Rectoor, een beueelder oft bestierder.
Regeren, wijsen, leyden, bestieren.
Regent, een wijsere, leydere oft bestierdere.
Regneren, wesen een coninck, oft heerschappie hebben.
Region, een lantschap of een deel. Item een landouwe.
Regnatie, een besittinge des conincxriicx.
Regalijck, heerlijck oft conincklijck.
Reginael, eenen coninginnelijcken naem.
Regiment, een wijsinge, leydinge of heerschappie.
Regalien, coninclijcke dinghen oft rechten.
Resurgeren, staen wederen oppe oft verrijsen.
Resurrectie, een opstaninghe oft verrijssenisse.
Refrigereren, vercoelen wederom, vermaken oft lauen.
Refrigerie, een vermakinghe oft lauinghe.
Refrigeratoir, dat coel maect.
Remedie, een meesteringhe oft heylighe.
[pagina 143]
[p. 143]
Remedieren, meesteren, heylen, middelen of helpen.
Rectificeren, rechten strack, oft oprecht maken. Metap. maken vroom, goet, onvals ende volcomen.
Rectificatie, een recht oft oprecht makinghe.
Reguleren, richten, stichten oft voughen.
Regule, een dinck dat die rechte wijst, een richtsnoer, rechte mate. Metaph. een corte ghemeyn leere.
Regulier, een die nae der ghemeyn leere gaet.
Reuereren, houden in eeren.
Reuerentie, eerbiedinghe oft eere bewijsinghe.
Registreren, diuersche saken oft handelinge in eenen boeck schriuen, oft stellen.
Registre, een boeck daer diuersche saken oft handelingen in geschreuen worden.
Reciproqueren, gaen en keeren wederom.
Reciprocatie, een wederkeringe in hem seluen oft achterwaerts.
Reciproeck, wederkerende, dat wederomme keert daert heenen ghecomen is.
Rebelleren, teghenstrijden wesen onghehoorsaem, wederspannich oft wedersporich.
Rebel, ongehoorsaem der ouerheyt, teghenstrijdich oft wederspannich.
Reus, een die voor recht aengheclaecht wordt oft schultbarich oft verweerdere.
Rea, een verweerdersse.
Reael, e, wesenlijck dat tot een dinck ende niet tot een dinck ende niet tot eenen mensch ghehoort.
Reael, actie, een handelinghe ende aenclachte aen die goeden ende haue ende niet aenden persoon.
Religie, rechte gods eeringhe oft Gods dienst.
Religieux, een mensche die God vreest ende eert, oft een benaut cleynhertich mensche.
[pagina 144]
[p. 144]
Republijck, tghemeyn wesen oft ghemeyn profijt ender stadt.
Reumatijck, snofachtich.
Refrageren, snijden oft teghenstaen.
Retorijcke, die conste van wel te spreken.
Retereren, wrijuen weder om ontstucken oft suyueren.
Redderen, wederom geuen.
Redditen, wederom gheuinghe.
Reserueren, achterwaerts houden.
Reclameren, roepen wederom, teghenseggen oft wederstaen.
Remitteren, seynden wederomme, vergheuen oft quijtschelden.
Remissie, een aflatinghe ophoudinge, vergeuinge oft quijtscheldinghe.
Regredieren, weder achterwaerts gaen oft wederom keeren.
Regressie, Regress, een wederkeeringhe.
Recorderen, wederom ter herten brenghen oft ghedachtich worden oft ghedencken.
Recordatie, een ghedenckenisse.
Renuncieren, weygeren.
Refigeren, wederom vast maken oft vestighen.
Reflueren, achterwaerts ende wederom vloeden.
Retineren, houden achter waerts oft onthouden.
Retentie, een achterwaerts houdinghe, oft onthoudinghe.
Retentijf, een onthoudt.
Retribueren, verghelden.
Retributie, een vergheldinghe.
Resisteren, tegen oft stille staen, wederspannich zijn.
Resistentie, een wederstaninghe oft wederspannichz.
Recuseren, afslaen, weygheren, verworpen oft ontsegghen.
Recusatie, een afslaginge weygheringhe, verworpinge oft ontsegghinge.
[pagina 145]
[p. 145]
Reficieren, wederom goet maken, verbeteren, vernieuwen oft vermaken.
Refectie, een vermakinge, oft versterckenisse.
Refecteur, een hermakere.
Reprehenderen, rucken oft wederom trecken oft schelden oft straffen.
Reprehensie, een scheldinghe, straffinge met woorden oft berispinghe.
Reijcieren, achterwaerts worpen oft wederom oft verworpen.
Reiectie, een wtworpinghe oft verworpinghe.
Reduceren, leyden wederom, verlossen oft wederbrenghen.
Reductie, een wederbrenghinghe oft inleydinghe.
Reporteren, draghen oft brenghen wederom, oft verhalen.
Respireren, verhalen den adem wederom te rust commen.
Repliceren, verclaren oft wederom segghen.
Replicatie, een verclaringhe oft wederomme segghinge. Replijcke, Idem.
Rescriberen, wederomme scriuen oft gheuen.
Rescriptie, een wederom schriuinge oft gheuinge.
Redigeren, wederomme driuen.
Retroacte, een dinghen dat na oft wtghedaen is.
Reputeren, warderen oft schatten.
Reputatie, een warderinghe oft schattinghe.
Repelleren, driuen oft stoten achterwaerts.
Repulsie, een driuinge of achterwaerts stotinghe.
Reuolueren, herwinden, open doen oft herkeeren. Item herloopen oft rollen.
Reuolutie, een herwindinghe oft opendoeninghe, herlopinge oft rollinghe.
Recurreren, achterwaerts loopen.
Retegeren, decken weder oft om op, maken bloot oft ontdecken.
[pagina 146]
[p. 146]
Reciteren, lesen luyde oft vertellen.
Resusciteren, opwecken oft leuendich maken.
Reuiuisceren, worden wederomme leuendich.
Recenseren, vertellen oft besien wederomme.
Recipieren, Recupereren, nemen wederom, crijgen wederom oft belouen.
Recuperatie, een wedercrighinghe.
Recept, us, quart. declin. een achterwaerts ontfanghinghe oft inneminge.
Receptacule, een plaetse daermen vrij is oft daermen yet in bewaert.
Recluderen, wederom opsluyten.
Reclusie, een wedersluytinghe.
Refereren, brenghen weder, vertellen oft segghen Item vertoghen oft verhalen.
Relacie, een vertellinghe verhalinghe, vergheldinghe des weldaets oft een verghelijckinghe.
Relatijf, a, um, weder verhalende oft wederbrengich.
Resteren, ouerwesen oft ouerbliuen.
Recoqueren, coecken wederom.
Recreeren, scheppen wederom. Metaph. verhueghen oft vermaken.
Recreatie, een verhueginghen oft vermakinghe.
Recogiteren, gedencken wederom.
Refuteren, schelden oft straffen wederom oft verworpen. Item wederleggen.
Refutatie, een verworpinghe oft wederlegghinge met woorden.
Repungeren, steeken wederom.
Reconcilieren, wederom versoenen oft eens maken.
Reconciliatie, een versoeninge oft vereeninge van dien die onneens geweest zijn.
Recalcitreren, wederom metten veerssenen oft hielen stooten.
[pagina 147]
[p. 147]
Recalcitracie, stootinghe metten veerssenen oft hielen wederomme.
Refleren, wayen wederomme oft teghen blasen.
Relinqueren, verlaten.
Reliquie, arum, ouerschietsele oft ouergeschoten dinghen.
Reclineren, neyghen achterwaerts.
Reclinatie, een achterwaerts neyghinghe.
Recumberen, onderligghen oft worden ouerwonnen.
Responderen, verantwoorden oft bequaem ende vouchelijck wesen.
Responsie, een antwoorde.
Repugneren, strijden, tegen vechten oft tegenstellen.
Resilieren, Resulteren, springen wederom oft achterwaerts oft tegen bassen.
Retruderen, wederstooten.
Resideren, sitten, wesen luy, ledich, traech blijuen oft ophouden. Metaph. woonen oft rusten.
Residentie, rust oft woonstede.
Residue, een ouersitsele oft ouerblijfsele van een ander deel.
Resipisceren, commen wederom tot verstant, commen tot rechte kennisse, beteren hem oft afstaen vant quaet.
Rescipiscentie, beteringhe des herten.
Reuomeren, spouwen wederom.
Restingueren, verdriuen, wtdoen oft verdrucken.
Redimeren, besteden bedingen oft coopen. Item lossen oft quijten.
Redemptie, een lossinge, bestellinge oft quijtinge.
Reformeren, brenghen wederom tot zijnder ghedaente.
Reformatie, een wederom brenghinghe tot zijnder ghedaente.
Refloreren, bloeyen wederom.
Reflecteren, buygen wederom
[pagina 148]
[p. 148]
Reflectie, een wederomme buyghinghe.
Refoueren, vermaken hem seluen, cousteren oft weder veruerschen.
Refocilleren, locht scheppen oft vermaken.
Refocillatie, een vermakinge oft locht sceppinge.
Refugeren, vlieden wederomme oft te rugghe, oft toevlieden.
Refugie, een wederomme vliedinghe oft toevlucht.
Refunderen, verghelden oft maken wederom gheheel. Metap. opbrenghen.
Refriceren, wederom opcrauwen.
Refringeren, wederom opbreken.
Refreneren, trecken oft achterwaerts houden. Metaph. bedwinghen.
Regenereren, herbaren.
Restaureren, maken wederom gansch, brenghen te rechte, veruerschen oft vermaken.
Restauratie, een vernieuwinge oft vermakinghe.
Reintegreren, beghinnen wederom oft vernieuwen.
Reintergratie, een beghinninge oft vernieuwinge.
Reitereren, herdoen oft hergaen. Item verhalen oft vertrcken.
Reiteratie, een herdoeninghe oft herganinghe.
Renoueren, vernieuwen oft maken wederom nieu.
Renouatie, een vernieuwinghe.
Repleren, vervullen wederom.
Repletie, een vervullinghe.
Recappittuleren, int corte met een hooftgheschrift vertellen oft vertrecken tghene datter gheseyt is gheweest.
Recappittulacie, een vertreckinge oft vertellinge int corte met een hooft geschrift tghene datter gheseyt is gheweest.
Relaxeren, verlossen oft ontslaen.
Relaxatie, een verlossin-
[pagina 149]
[p. 149]
ghe, oft ontslaghinghe.
Releueren, wederom opheffen, verheffen, wechnemen oft verlichten.
Releuement, een wederom opheffinghe, wechneminghe oft verlichtinghe.
Resereren, ontsluyten.
Relaberen, wederom vallen.
Relucteren, wederstrijden, wederstaen oft tegen worstelen.
Relegeren, tert. coniug. wederomme lesen.
Relegeren, prim. coniug. schicken wederomme oft senden wt. Item verseynden wt des vaders landt.
Religeren, as, aui, binden wederom op, oft maken los, binden achterwaerts oft van achtere.
Recolligeren, is, wederom vergaderen.
Recolectie,een wederom lesinghe oft verhalinghe.
Recoleren, verhalen oft ouerleggen wederomme. Metaph. ouerdencken.
Remetieren, meten wederom.
Remoueren, doen wt den weghe oft wech doen.
Rememoreren, brengen wederom inder ghedachtenisse oft vermanen.
Rememoratie, een vermaninge oft gedenckenisse.
Remunereren, schencken wederom, verghelden de gauenoft loonen.
Remuneratie, een wederom schenckinghe oft vergheldinghe der gauen.
Remorderen, bijten wederom, becommeren oft pinighen.
Remors, een herbijtinge oft herpininghe. Metap. een knaghinghe.
Remigreren, verhuysen wederomme.
Recognosceren, kennen oft besien wederom.
Recognitie, een wederouersieninghe oft bekentenisse.
Renuncieren, vercundigen wederom, geuen te kennen, seggen openbaerlijck, opseggen, afgaen, verthijden, afscheyden.
[pagina 150]
[p. 150]
Renunctiatie, een wederom vercundinghe oft weder opsegghinghe, vertijdinghe oft afscheydinghe.
Reproberen, schelden oft verworpen. Metaph. verachten. Item versteken oft wederlegghen.
Reprobatie, een scheldinghe verworpinge oft verachtinghe.
Representeren, maken wederom tegenwoordich, bewijsen oft verthoordich, bewijsen oft verthoonen.
Repurgeren, reynighen oft suyueren wederom.
Repulluleren, spruyten wederom oft wasschen van nieuws.
Recompenseren, vergelden. Periph. oft deen teghen dander wieken.
Rependeren, verghelden oft verghelijcken.
Repareren, vernieuwen bereyden wederom oft vermaken.
Reparatie, een vernieuwinghe oft vermakinge.
Reparable, dat te vernieuwen oft te vermaken is, oft vercrijghelijck.
Repercuteren, slaen wederom
Repercussie, een wedcromslaninghe.
Repeteren, begheeren wederom, gaen wederomme oft verhalen.
Repeticie, een verhalinge.
Reponeren, setten wederom, legghen wech oft bewaren.
Repositoor, een behoudenisse daermen yet in leet, oft bewaert, oft sluyt.
Reprimeren, wederhouden oft drucken achterwaerts Item bedwinghen.
Repressie, een verhoudinghe oft achterwaerts druckinghe oft bedwanck.
Requiesceren, rusten, staen stille oft wesen niet beweecht. Item slapen.
Requireren, begheren oft eysschen.
Requisitie, een begheerte oft eysch.
Resecreren, bidden wederom, ontslaen vander ghe-
[pagina 151]
[p. 151]
loeften oft vander vreesen.
Resigneren, verteekenen opbreken oft ontsluyten dat ghesegelt is. Item gheuen wederom, bewijsen, oft opdraghen.
Resignacie, een wederom gheuinghe, bewijsinghe oft opdracht.
Restitueren, sette wederom, gheuen wederomme versetten oft vernieuwen.
Restitutie, een wederom geuinge oft vernieuwinge.
Reste, een ouerblijuinge.
Respireren, verhalen den adem of commen wederom te ruste.
Resolueren, ontbinden. Metaph. sluyten.
Resolutie, een ontbindinge
Respicieren, omsien oft achterwaerts, Metap. sorgen, waernemen, wachten.
Respect, een opsieninge, opsicht, aensien, oft oorsake.
Respect, een opsieninghe, opsicht, aesie, oft oorsake.
Rescinderen, breken oft te niete doen.
Resoneren, wederschallen oft teghengeluyt maken.
Resaluteren, groeten wederomme.
Retarderen, wesen lancsaem vertrecken, wtstellen, ophouden. Item beletten, vertraghen oft verachteren.
Retardatie, een behinderinghe, vertreck, belet oft verachteringhe.
Retraheren, trecken wederomme achterwaerts.
Retracteren, vermaken wederomme, verhandelen wederom oft wederroepen.
Retorqueren, buygen wederom oft stoten wederom.
Retunderen, wederomme slaen.
Retexeren, ontweuen dat gheweuen is.
Reuerbereren, slaen wederom.
Reuerberatie, een wederomme slaninghe.
Reuideren, hersien.
Reuisie, een hersieninge.
Reuoceren, wederoepen oft wederom doen keeren.
Reuocatie, een wederroepinghe.
[pagina 152]
[p. 152]
Reualeren, Reualesceren, wederom ghesont worden.
Redhiberen, gheuen wederomme.
Redhibitie, een wederom gheuinghe.
Reuerteren, wederomme keeren.
Recideren, vallen wederom oft achterwaerts.
Reclameren, wederroepen teghen segghen ende wederstaen.
Reclamatie, een wederroepinghe, oft wederstaninghe.
Recomtenieren, Periph. heysschen wederom als verweerdere.
Recontientie, een wederom heyssinge vanden verweerdere.
Redargueren, berispen.
Redunderen, vloyen wederom oft vallen wederom. Item vloyen ouer. Periph. wederom keeren.
Redundantie, ouervloedicheyt oft grooten rijckdom.
Reserueren, houden achterwaerts metten anderen bewaren, behouden, oft wthouden.
Restringeren, wederhouden, herdrucken, douwen te samen oft stremmen.
Restrictijf, dat wederhout oft te samen douwet.
Resumeren, vernemen of verhalen.
Resumptie, een verneminghe oft verhalinghe.
Reuerbereren, slaen wederom.
Reuerberatie, een wederom slaninghe.
Redigeren, drijuen wederom.
Redactie, en wederom drijuinghe.
Repausatie, een ophoudinghe oft rustinghe.
Recederen, wech gaen, wijcken achterwaerts, eerselen oft afwijcken.
Recess, us, een eerselinge oft afwijckinghe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken