Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids Psalmen in Nederduytsche rijmen gestelt (1655)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids Psalmen in Nederduytsche rijmen gestelt
Afbeelding van Davids Psalmen in Nederduytsche rijmen gesteltToon afbeelding van titelpagina van Davids Psalmen in Nederduytsche rijmen gestelt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.70 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids Psalmen in Nederduytsche rijmen gestelt

(1655)–Jacob Westerbaen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 417]
[p. 417]

Register der Psalmen.

A.

AEnhoor het recht, mijn God en Heer.17.
Als een hert door dorst gedreven.42.
Als ick van ramp werd aengegrepen.120.

B.

Bewaer my, God, op wien mijn hoope staet.16.
Benaeutheyd perst mijn hert tot klaegen.64.

D.

De wereld leeft als wasser God noch Wet.14.
De Heem’len seggen uyt.19.
De Heer will’ uw gebedt verhooren.20.
Des boosen goddeloosheyd doet.36.
De Heere spreeckt en roept voor zijn gericht.50.
De wereld leeft als wasser God noch Wet.53.
Doe, Heer, op ons uw gunste daelen.67.
De Heydnen, Heer, gevallen in uw landen.81.
Daer in’t gestoelte zijn geseeten.81.
De waerheyd port mijn geest te zingen uwen lof.89.
Die sich in Gods bewaeringh geeft.91.
De Heere heerscht als Koningh wijd en breed.93.
Dus sprack de Heer tot mijnen Heer voor desen.110.
Doe Israel toogh uyt Egypten-land.114.
Doe God zijn volck uyt strick en band.126.
Doe wy wel eer nae Babel wegh genomen.137.
Den Heer zy lof: want hem te zingen.147.

G.

God is by my en hoed my als een Herder.23.
[pagina 418]
[p. 418]
God is mijn licht hoe soud ick kunnen dwaelen?27.
Ghy vroome zinght den Heer der Heeren.33.
God is ons burg om op te vluchten.46.
Groot is de Heer en hoogh geacht.48.
Ghy die ter richtstoel zijt geseten.58.
Ghy had ons, Heer, om groote reen.60.
God sal in gramschap rijsen op.68.
Ghy waert, o God, de rotz daer wy op bouwden.90.
Ghy die den boosen dreyght te straffen.94.
God voert de heerschappy.97.
God voert staf en kroon.99.
Ghy die het aerdrijck breed en wijd.100.
God is goed en genaedigh.107.
Ghy die des Heeren knechten zijt.113.
Gy die u Throon ten Hemel hebt gesticht.123.
Geluckigh wel te degen.128.
Gedenck aen dijnen Koningh, Heer.132.
Gy weet, Heer, wat ick laet of doe.139.
Gy die mijn God en mijnen Koningh zijt.145.

H.

Heer, dat ick om mijn zonden.6.
Het Aerdrijck en wat het omringht.24.
Hoogh wil ick heffen uwen lof.30.
Hoort volckeren, al wie op d’aerde woont.49.
Hoe dat het in de wereld staet.62.
Het is gewis, ick weet het wel.73.
Houw u niet langer stil, o Heer,83.
Hoe liefelijck, hoe soet vertoont.84.
Heere, wilt dijn oore neygen.86.
Heere, toevlucht aller vroomen.102.
Het love God al watter is.117.
Hy die op God stelt sijn vertrouwen.125.
Hoe lieflijck is’t dat broeders saemen woonen.133.
[pagina 419]
[p. 419]

I.

Ick stae op God wat hebt gy my te tergen?11.
Ick verhef tot u mijn ziele.25.
Ick wil uyt ’s herten grond.34.
Ick dacht wel eer en sprack in mijn gemoed.39.
Iuycht Gode, juyght den hooghsten Heere.66.
Ick hoop op u, wilt my bewaeren.71.
In Iuda kentmen recht den Heer.76.
Ick heb my tot God begeven.77.
Ierusalem met haer verheven muyren.87.
Ick heb den Heer van gantscher herten lief.116.
Ick ben in nood, waer gae ick heen?121.
Ick sal tot uwen lof mijn mond.138.
Ick roep tot u om hulp te krijgen.141.

K.

Komt gy te hulp, o Heer wilt ons behouwen.12.
Komt gy Princen groot van macht.29.
Komt van alle kant.47.
Komt my te hulp, mijn God, mijn Heer.70.
Komt laet ons saemen zijn verheught.95.
Komt loof den Heer met stem en snaeren.96.
Koomen, koomen wy te saem.135.

L.

Leert u gericht den Koningh weeten.72.
Looft God, mijn ziel, en wilt sijn eer verbreden.103.
Looft God, en wilt hem eer bewijsen.105.
Looft God met een recht-danckbaer hert.106.
Looft God en prijst hem t’aller uyren.118.
Looft God, gy die sijn Priesters zijt.134.
Lof zy God, want hy is goed.136.
[pagina 420]
[p. 420]
Lof zy de Heer, hy moete zijn gepresen.144

M.

Mijn God, mijn God, waerom verlaet gy my?22.
Met lijdsaemheyd heb ick op God gewacht.40
Mijn hert is vol, ick kan my niet bedwingen.45.
Mijn geest is vaerdigh en bereydt108.
Mijn Heer, mijn God, wilt my bewaeren.140.

N.

Niet ons, o Heer, maer u sy alle lof.115.

O.

O Heer, o goede God.3.
O God, gy weet mijn recht en reden.4.
O Heere, luystert na mijn klachten.5.
Op u, o God, is mijn vertrouwen.7.
O Heer, hoe groot is uwen naem op Aerde.8.
O Heer, waerom staet ghy van ons so wijd?10.
O Heer, hoe langh, hoe langh sal’t zijn?13.
O Heer, de Koningh is verblijdt.21.
O Heer, mijn rotz waer op ick vluchte.28.
O Heer, ghy zijt mijn sterckt’ en wallen.31.
O Heer, wy hebben menighmaelen.44.
O goede God, ontferm’ u, en onsluyt.51
O God, dien’t noyt ontbreeckt aen macht.54.
O Heere, luystert nae mijn reden.55.
O Heer, zijt my genaedigh en behoedt.56.
Ontfermt u mijns, o God, tot wien ick sucht.57.
O Heer, verlost my uyt de handen.59.
O God, mijn God, des morgens eer.63.
Op Zion, daer uw volck vergaedert.65.
O Israel, tot Godes volck verkooren.78.
[pagina 421]
[p. 421]
O groote God, o Iacobs Herder.80.
O God, gy toond’ in den voorleden tijd.85.
O God, tot u is’t dat ick schrey.88.
Op, op, mijn Ziel, en stort ter lippen uyt.104.
O Heer, wilt doch niet langer toeven.109.
O Heer, mijn hert heft sich niet hoogh.131.
O Heer, wilt nae mijn smeeken hooren.143.
Op, mijn Ziel, wilt u bereyden.146.
Op, op, en geeft den Heere lof.401.

R.

Roemt den Heer en geeft hem lof.404.

S.

Spreeck, Israel, so ick u voor sal gaen.124.
So God het huys niet op en bouwt127.
Sy hebben my, dus spreeke Israel.129.
Singt Gode, singt en laet ons hooren.402.

T.

Twist met mijn twister, Heer, en slaet.35.
Ten Hemel gingh mijn droeve stem.142.

V.

Uyt grond mijns herts en ’tbinnenst mijner sinnen.18.
Verschaf my recht, o Heer.26.
Verstoort u niet indien het hier beneden.37.
Verlost my, Heer, ick ben in grooten nood.69.
U, o groote God en Heer.75.
Van zijnen God te zingen.92.
Uw goedheyd en het recht van uw gerichten.101.
[pagina 422]
[p. 422]
Uyt ’tbinnenst van een danckbaer hert.111.

W.

Wel dien, die door der goddeloosen raed.1.
Waerom zijn doch de Heydenen te been?2.
Wat geeft wat kracht ick in my vin.9.
Wie sal, o God, wie salder tot.15
Wel hem, dien God zijn sonden heeft vergeven.32.
Wilt, o God, my niet kastijden.38.
Wel hem, die den bedruckten, in den nood.41.
Wilt, Heer, voor my te vierschaer treden.43.
Wat hebt ghy noch uw roem te dragen?52.
Wilt, o Heer, uw oor verleenen.61.
Waerom, o God, zijt ghy op ons verstoort?74.
Wilt God met nieuwe zangen loven.98.
Wel zaeligh zijn de luy te achten.112.
Wel hem, die recht op zijne wegen gaet.119.
Wat soeter maer, wat lief geluyt.122.
Waer sal ick’t heenen wenden?130.

Y.

Yder zy verblijdt.81.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken