Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Greep naar de macht (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Greep naar de macht
Afbeelding van Greep naar de machtToon afbeelding van titelpagina van Greep naar de macht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.22 MB)

XML (3.21 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/Tweede Wereldoorlog
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Greep naar de macht

(1994)–Bruno De Wever–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945


Vorige Volgende
[pagina 551]
[p. 551]

Hoofdstuk 8
Het VNV tijdens het laatste bezettingsjaar

8.1 De oppositie in en aan de rand van het VNV

Hendrik Elias kon met zijn redevoering voor de Algemene Raad op 14 augustus 1943 de interne oppositie niet sussen. Men krijgt integendeel de indruk dat de oppositie zich gesterkt voelde in haar overtuiging dat het vnv weg moest uit de collaboratie. Ze zou zich na 14 augustus '43 meer dan ooit roeren en samen met de Grootnederlandse dissidente groepen buiten de partij de vnv-leiding het vuur aan de schenen leggen. Het zou verkeerd zijn te spreken over dé vnv-oppositie. In feite waren er diverse groepen actief die onderling verdeeld waren. Sommige groepen en personen werkten in de clandestiniteit zodat het niet altijd even gemakkelijk is hun geschiedenis te ontrafelen.

Ook toen Staf De Clercq nog leider van het vnv was, waren al kritische geluiden te horen bij het vnv-kader. De kritiek richtte zich op de gevolgde koers ten aanzien van de politieke tegenstrever binnen de collaboratie. Sommigen ijverden voor een toenadering, anderen wensten integendeel een scherpere distantiëring. Toen Hendrik Elias leider werd, waren de toenaderingsgezinden uit de leiding verdwenen. De anderen verwachtten dat Elias spoedig hun eisen zou vervullen. Toen dat niet zo gauw gebeurde, keerden ze zich tegen de nieuwe leider. Het lijdt geen twijfel dat de ommekeer van de militaire situatie hen sterkte in hun overtuiging dat het vnv zo vlug mogelijk een andere politiek moest volgen.

We weten al dat de geruchtmakendste aanval tegen Elias van Jules Callewaert kwam. De Gentse pater had directe invloed op mensen binnen het vnv-kader. Hij vond in de eerste plaats gehoor bij zijn stadsgenoten Frans Daels en August De WildeGa naar eind1.

Nog in Gent, voornamelijk aan de universiteit, was van 1943 af ook een clandestiene dissidente Grootnederlandse groep actief: het Diets Studenten Keurfront (dsk). Het dsk was maar een van de Grootnederlandse groepen die actief waren in en aan de rand van het vnv.

Al in 1941 zou een zgn. ‘Diets Eedverbond’ zijn ontstaan bij voornamelijk oud-dinaso's. Het was zomaar een groep zonder structuren met mensen die een Dietse Eed ondertekenden die hen ertoe verbond het Grootnederlandse ideaal trouw te blijven. Een promotor ervan was de Westvlaamse priester Maurits GeerardynGa naar eind2. Hij slaagde erin o.m. de handtekening van Cyriel Verschaeve te verkrijgen, hetgeen zijn zaak een zeker aanzien verleende. Verschaeve koos tegelijk openlijk partij voor de DeVlag/ss. Dat hij niettemin ook steun verleende aan de Grootnederlandse dissidente groepen heeft wellicht te maken met zijn voorkeur voor radicalisme. Dit bracht mee dat zowel De SS-Man als de Grootnederlandse clandestiene pamfletten zich beriepen op uitlatingen van de kapelaan. Diens cryptische uitspraken leenden zich daar uitstekend toe. Het Diets Eedverbond genoot ook steun binnen het vnv, vooral dan in West-Vlaanderen. Jeroom Leuridan was een van de ondertekenaars. Zijn steun maakte een beteugelend optreden van de vnv-leiding bijzonder moeilijk. Albert Deckmyn en Albert Derbecourt behoorden eveneens tot de ondertekenaars. Onder hun invloed werd De Nationaalsocialist soms een spreekbuis van de dissidente Groot-Nederlanders. We weten hoe het weekblad begin 1943 verscheen met de ondertitel Algemeen weekblad voor de Zuidelijke Nederlanden. Naast de titel werd een tekst van Cyriel Verschaeve geplaatst: ‘Wij heffen hart en handen voor't heil der Nederlanden. En zweren vast de eed: tot doodsbeproefde trouwe Wilhelmus van Nassouwe met U te staan gereed’. Hoewel deze spreuk door de vnv-leiding officieel werd verspreidGa naar eind3, lijdt het weinig twijfel dat de redactie van het weekblad er bovendien mee wilde zinspelen op de eed waarop de leden van het Diets Eedverbond trouw zwoeren.

Ten slotte was er ‘Nederland Eén!’, een clandestiene groepering waar verscheidene

[pagina 552]
[p. 552]

vnv'ers deel van uitmaaktenGa naar eind4. Belangrijk daarbij was vooral de betrokkenheid van Alfons Mares. Deze gouwcommandant voor Oost-Vlaanderen van de dm/zb tekende mee verantwoordelijk voor de rubriek van de militie ‘Help Uself’, in De Nationaalsocialist, en gaf er een sterk Grootnederlandse inslag aan. Mares werd sterk beïnvloed door Jules Callewaert die hem als een van zijn pupillen beschouwdeGa naar eind5. Belangrijk was ook de betrokkenheid van Walter Bouchery, tegelijk de drijvende kracht achter de dissidentie in de jeugdbewegingGa naar eind6. De Nederland Eén!-werking vond er aansluiting bij het groepje dissidenten die er de ‘Putsch van Vilvoorde’ opzettenGa naar eind7. Bouchery zorgde voor contacten met het Diets Eedverbond en met het Diets Studentenkeurkorps. Nederland Eén! kreeg o.m. steun van de Gentse arrondissementsleider August De Wilde. We weten dat De Wilde vroeger al herhaaldelijk in aanvaring kwam met de vnv-leiding. Op 16 juli 1943 gaf hij ontslag als arrondissementsleider omdat hij het niet langer eens kon zijn met de politiek van het vnv die volgens hem leidde tot vazaliteit ten aanzien van DuitslandGa naar eind8. Elias aanvaardde het ontslag niet en De Wilde bleef voorlopig op zijn post. Toen hij enkele maanden later verbood in zijn arrondissement de tekst van Elias' redevoering van 5 september 1943 - de zgn. laatste propagandistische redevoeringGa naar eind9 - te verspreiden was het dit keer de vnv-leider die de weerspannige arrondissementsleider vroeg ontslag te nemen. Een dergelijke opstandige daad was in het vnv ongebruikelijk. De Wilde wenste geen elegante oplossing en eiste dat hij zou worden afgezet, hetgeen prompt gebeurdeGa naar eind10. De Wilde werd van toen af actief in Nederland Eén! waarvoor hij o.m. enkele pamfletten zou hebben geschreven onder de schuilnaam Marnix.

Naast deze drie groepen waren er nog marginale initiatieven waarvan het niet altijd zeker is of ze meer om het lijf hadden dan een intentieverklaring van enkele personen. Tot het begin van 1943 waren trouwens alle Grootnederlandse dissidente groepen marginale verschijnselen. In de loop van 1943 kwam hierin verandering, o.m. onder invloed van de protestbrieven van Jules Callewaert en Frans Daels en door de veranderde toestanden.

Midden 1943 werd door de vnv-leiding discreet de opdracht gegeven inlichtingen in te winnen over de Grootnederlandse dissidenten. Uit de binnengekomen rapporten kon de leiding niet alleen uitmaken dat de groepen onderling sterk verdeeld waren, maar ook nog dat hun infiltratie in het vnv volop aan de gang wasGa naar eind11. Hendrik Elias vond het raadzaam op te treden. Het gebeurde tijdens zijn redevoering op de kaderdag in Brussel, 17 oktober 1943. De vnv-leider verklaarde er het lidmaatschap van het vnv onverenigbaar met dat van ‘min of meer geheime genootschappen die voorwenden Dietse idealen na te streven’. In één adem verklaarde hij het vnv-lidmaatschap onverenigbaar met dat van de DeVlagGa naar eind12. Dat was tactisch bijzonder handig. Zo werden de Grootnederlandse dissidenten op één lijn met de DeVlag geplaatst.

Een dag vóór zijn toespraak verscheen in De Nationaalsocialist een artikel van Piet Wyndaele tegen de Grootnederlandse dissidenten. De redactie van het weekblad plaatste - allicht niet zonder reden - het stuk onder een titel die zo afstandelijk mogelijk was: ‘Dr. Piet Wyndaele, adjunct-algemeen secretaris van het vnv schrijft ons: niet meer discussiëren!’. Wyndaele stelde dat degenen die discussieerden over de graad van dietsgezindheid van het vnv in feite verkapte anglofielen, klerikalen en ondermijners waren. Tuchtvolle vnv'ers lieten zich niet in met ‘bondjes van intellectuele pezewevers als dsk, Nederland Eén, Nederlandse Concentratie, Diets Eedverbond of hoe die reactionairen zich ook noemen’. Een vnv'er discussieert niet meer over het Grootnederlandse standpunt van de partij, hij handelt en gebruikt desnoods ‘de “sterke vuisten” van Jeroom Leuridan, de trouwste onder de trouwen’.

Ondanks de poging om de Westvlaamse gouwleider in te pakken, volgde diens reactie onmiddellijk. Hij schreef aan EliasGa naar eind13:

[pagina 553]
[p. 553]

‘Gij neemt een heilzame beslissing die al te lang uitgebleven is: de onverenigbaarheid van het lidmaatschap van de “DeVlag” en het vnv, maar gij geeft dezelfde godsklop aan al degenen die ijveren voor het standpunt van het vnv.

O, berooide logica!

O, verfoeide Duitse voogdij!’

De gouwleider bevestigde dat hij deel uitmaakte van het Diets Eedverbond. Daardoor sloot hij zich zelf uit het vnv. Elias dreef de zaken niet op de spits. Leuridan was door een hersenbloeding ook uitgeschakeld. Elias zocht hem op bij zijn ziekbed. In een lange monoloog verweet Elias hem ‘ongenadig en hard’ dat hij zich in zijn goedgelovigheid liet misbruiken door ‘jonge machiavellisten’ die er vooral op uit waren de jeugdbeweging af te scheuren van de partij. Het zou de laatste keer zijn dat beide mannen elkaar ontmoettenGa naar eind14.

Concrete resultaten leverde het gesprek niet op. Elias getuigde nog dat de houding van Leuridan een ernstige handicap betekende voor het optreden tegen de Grootnederlandse dissidenten. Er vielen bijna geen ontslagen, te meer omdat, aldus Elias, het Diets Eedverbond het parool gaf het lidmaatschap eventueel te loochenen om in het vnv actief te kunnen blijven. Toch kwamen er enkele opvallende ontslagen. Eind 1943 hield Frans Daels het nu ook voor bekeken als vnv-lid. Begin 1944 volgde arrondissementsleider August De Wilde. nsjv-scholingsleider Wim Grauls gaf al in oktober ontslag. Ze verklaarden niet langer akkoord te kunnen gaan met het beleid van EliasGa naar eind15.

De Grootnederlandse dissidenten konden het vnv niet echt in gevaar brengen. Alleen op plaatsen waar ze sleutelposities innamen had hun invloed wel verstrekkende gevolgen. In de eerste plaats bij de nsjv, in mindere mate bij de Vlaamse Wacht en de vavv en ten slotte bij de redactie van De Nationaalsocialist. Daar kwam het in 1944 tot ernstige moeilijkheden. Verderop wordt daarover uitgeweidGa naar eind16. In De Nationaalsocialist liet de hoofdredacteur de aanval van Piet Wyndaele in zijn eigen kolommen niet onbeantwoordGa naar eind17. De repliek van hoofdredacteur Albert Deckmyn was zo gesteld dat voor iedereen die begrijpen wilde de tweespalt in het vnv duidelijk werd. Toen het Militaire Bestuur op 25 november 1943 ‘Help Uself’ eens te meer vier weken verschijningsverbod oplegde wegens een aantal Grootnederlandse artikelen greep Hendrik Elias inGa naar eind18. Eind november 1943 ontbood hij Deckmyn bij zich en maakte hem duidelijk dat De Nationaalsocialist zich had te houden aan de richtlijnen van de partijGa naar eind19. Elias gaf zijn instructies over een aantal knelpunten:

‘1.Nationaal standpunt. Het is niet aan te nemen dat De Nationaalsocialist zou beschouwd worden als een extreme vleugel in de partij. Het standpunt der beweging zelf is Diets en het gaat hier alleen om te weten welke de inhoud is die aan dit begrip moet worden gegeven.
Ten overstaan van de Walen dient het standpunt te worden ingenomen dat deze geen volksgenoten zijn. Ten overstaan van hun historische of toekomstige lotsverbondenheid met de Nederlanden staan wij voor een vraagstuk waarop ik op dit ogenblik geen scherp afgelijnde positie wens in te nemen daar het zeer waarschijnlijk is dat wij onder de een of andere vorm toch met de Walen zullen samen te leven hebben. Het is in dit geval niet uitgesloten dat zij ons een steun kunnen zijn tegen gebeurlijke pogingen tot annexatie.
2.In Germaans opzicht gelden de stellingen die ikzelf heb voorgesteld over het Rijk. Het misbruik dat van dit begrip op dit ogenblik wordt gemaakt door zekere groeperingen maakt het niet wenselijk hier een sterke nadruk op te leggen of een sterke propaganda te maken voor deze opvatting.
3.In nationaalsocialistisch opzicht. De term nationaalsocialisme dient behouden en er is geen aanleiding om hem te vervangen door nationaal-solidarisme. Wel is de stelling te verdedigen dat het nationaalsocialisme bij elk Germaans volk andere vormen kan aannemen, waar het nochtans in wezen zichzelf gelijk blijft. Er kan dus gesproken worden van ons Diets nationaal-socialisme.
[pagina 554]
[p. 554]
4.In opzicht van de collaboratiepolitiek dienen de richtlijnen der partij gevolgd en mag niet tot uiting komen enige geest van verzet [...].’

Zo kennen we de standpunten van de vnv-leider eind 1943, althans ten aanzien van zijn eigen beweging. Verderop signaleren we dat Elias omstreeks die tijd ten overstaan van Himmler verklaringen aflegde waaruit blijkt dat hij bereid was van het Grootnederlandse streefdoel van het vnv af te zien.

Er kunnen enkele conclusies getrokken worden inzake het verzet in de schoot van De Nationaalsocialist. Dit verzet tegen de officiële lijn van de partij was hoofdzakelijk, zo niet uitsluitend, nationalistisch van aard. Kritiek op het nationaal-socialisme als maatschappelijk systeem ontbrak. De pogingen om ‘nationaal-socialisme’ te vervangen door ‘nationaal-solidarisme’ kwamen neer op een etikettenkwestie. Het ter discussie stellen van de collaboratiepolitiek was alleen maar een opportunistische reactie die samenhing met de militair belabberde toestand waarin Duitsland toen verkeerde.

Hoe zat het met de andere dissidenten? Hoe uitten ze hun verzet? In een open brief van ‘Marnix’ aan Piet Wyndaele - een reactie op diens artikel in De Nationaalsocialist - werd naast de klassieke Grootnederlandse kritiek eveneens gepleit voor de vervanging van nationaal-socialisme door nationaal-solidarismeGa naar eind20. Boven werd er al op gewezen dat bij Frans Daels en Jules Callewaert kritiek aanwezig was op het nationaal-socialisme, maar dan louter vanuit godsdienstig standpunt. Kritiek op de maatschappelijke concepten van het nationaal-socialisme moet men bij hen niet zoeken, een herwaardering van het democratische gedachtengoed al evenmin. De eed van de aanhangers van het Diets Eedverbond maakt duidelijk dat er bij hen absoluut geen sprake was van verzet tegen de nationaal-socialistische ideologie als dusdanig. De ondertekenaren verklaarden plechtig zich volledig in te spannen voor de hereniging der Nederlanden op basis van ‘bloed en bodem’, onder leiding van één Dietse leider. Ze verklaarden voorts te ijveren voor hun nationaal-solidaristische levensbeschouwing, onder het motto ‘Dietsland en Orde’Ga naar eind21. De drijvende kracht achter het Diets Eedverbond schreef verscheidene filosofisch-ideologische tractaten die clandestien werden verspreid. Een mistige bloed-en-bodem-theorie werd erin uiteengezet. Het nationaal-socialisme werd eigenlijk onverkort aanvaard. De Vlaamse ss dwaalde alleen omdat Groot-Nederland werd genegeerd. Er moest zo snel mogelijk een Dietse ss worden gevormd en dan was alles opgelost. Althans volgens Maurits Geerardyn. Op nationaal gebied kleefde Geerardyn volledig de concepten van Joris Van Severen aan. In zijn teksten poogde hij vooral Cyriel Verschaeve na te bootsen van wie hij een zwakke epigoon was. Geerardyn werd niet gehinderd door enig politiek doorzicht. Het baart verwondering dat de doorgaans goed ingelichte chef van het Militaire Bestuur in een verslag over de Grootnederlandse clandestiene groepen, Geerardyn beschouwt als een man met zin voor tactiek. Waarschijnlijk kwam Reeder tot die conclusie doordat Geerardyn erin was geslaagd de zegen van Cyriel Verschaeve te krijgen, iets wat Reeder signaleert. Elias liet overigens niet na, toen hij weer eens op het matje werd geroepen wegens de zgn. Grootnederlandse aberraties van het vnv, sarcastisch te memoreren dat Verschaeve de eed van het Diets Eedverbond had ondertekend. Het Militaire Bestuur zat er danig mee verveeld en riep de hoge leeftijd van Verschaeve in en diens ‘überpolitisch’ karakterGa naar eind22.

Bij de bekende dissidenten ontdekt men dus weinig fundamentele kritiek op het nationaal-socialisme. Dat neemt natuurlijk niet weg dat een aantal vnv'ers toch afhaakte. Ze maakten bezwaren tegen de maatschappelijke gevolgen van een nationaal-socialistisch regime. In een hoofdzakelijk nationalistisch getinte ontslagbrief van drie Mechelse atheneumleraren aan Hendrik Elias leest men dat ze zich ontgoocheld voelden omdat het nationaal-socialisme ‘de waarde van de persoon’ miskendeGa naar eind23. De auteurs waren ervan overtuigd dat diepgaande sociale hervormingen noodzakelijk waren, ‘maar deze kunnen niet slagen

[pagina 555]
[p. 555]

zonder de vrije medewerking van de mens waarvoor ze bedoeld waren’. Hoe gematigd ook, deze vorm van kritiek op de collaboratie van het vnv met een nationaal-socialistische bezetter is vrij uniek.

eind1
Cf. supra, p. 528.
eind2
E. Vandewalle, Dietsch Eedverbond, in: EVB, deel 1, p. 414; grma, Roll 106. TB nr. 26, oktober-december 1943, 723-724.
eind3
ara, ka, Bundel 942. Circulaire van Karel Lambrechts aan de arrondissementsleiders, 28 augustus 1942. Lambrechts gaf opdracht het bordje met deze tekst in alle vnv-lokalen op te hangen.
eind4
Cf. advn, lopend onderzoek over de dissidentie binnen de Vlaamsnationale jeugdbeweging tijdens de Tweede Wereldoorlog.
eind5
advn, Archief P.L.J. Callewaert, C 1232 D. Typoscript oorlogsdagboek Juul Callewaert, 28 november 1939.
eind6
J. Olsen en K. De Smet, Nederland Eén, in: EVB, deel 2, p. 1041 en bovengenoemd lopend onderzoek advn.
eind7
Cf. supra, p. 500.
eind8
Documenten Etienne Verhoeyen. Brief van August De Wilde aan Hendrik Elias, 16 juli 1943.
eind9
Cf. supra, p. 547. De Wilde gaf verbod in zijn arrondissement Volk en Staat met de redevoering van Elias te verspreiden: ara, ka, Bundel 946. Brief van Karel Peeters aan August De Wilde, 8 september 1943.
eind10
Documenten Etienne Verhoeyen, Brief van August De Wilde aan Hendrik Elias, 11 september 1943. De Wilde werd als arrondissementsleider opgevolgd door Gaston Stuyck, de secretaris van Elias.
eind11
nsgwo ii, Archief vnv, 612. ‘Nota betreft: dsk’, 11 oktober 1943. In een andere nota staat vermeld dat er op de bijeenkomst in Deurne - het betrof een dsk-Landdag - maar 60 aanwezigen waren: Ibidem, ‘Betreft: Landdag dsk-Antwerpen’, 3 oktober 1943; Ibidem, 606. Marnix, ‘Wie is Geerardyn’, s.d; advn, Documenten Jaak De Mylle. J. Leuridan, ‘Wie is Geerardyn’, s.d.
eind12
Volk en Staat, 19 oktober 1943.
eind13
advn, Documenten Jaak De Mylle. Brief van Jeroom Leuridan aan Hendrik Elias, 22 oktober 1943.
eind14
H.J. Elias, Het Vlaams-nationalisme in de Tweede Wereldoorlog. Elias schreef dat ondanks alles het afscheid warm en hartelijk was.
eind15
ka, Dossier Frans Daels. Brief van Frans Daels aan Hendrik Elias, 22 november 1943; Documenten Etienne Verhoeyen. Brief van August De Wilde aan Gaston Stuyck, 6 februari 1944; advn, Documenten Jaak De Mylle. Brief van Wim Grauls aan Hendrik Elias, 24 oktober 1943.
eind16
Cf. infra, p. 566.
eind17
De Nationaalsocialist, 30 oktober 1943.
eind18
grma, Roll 106. TB nr. 26, oktober-december 1943, 721-722.
eind19
Over dit gesprek stelde hij een nota op voor Karel Lambrechts, 23 november 1943: ara; ka, Bundel 916.
eind20
advn, Documenten Jaak De Mylle. Marnix, ‘Open brief aan Dr. Pieter Wyndaele, Adjunct Algemeen-secretaris van het vnv’, s.d. [november 1943]. Eggert Reeder nam de brief op in zijn activiteitsverslagen, maar betitelde hem ten onrechte als een open brief aan Hendrik Elias: grma, Roll 106. TB nr. 26, oktober-december 1943, 725-727.
eind21
grma, Roll 106. TB nr. 26, oktober-december 1943, 723-724.
eind22
H.J. Elias, Het Vlaams-nationalisme in de Tweede Wereldoorlog.
eind23
Documenten Frans Van der Elst. Brief van drie Mechelse vnv'ers aan Hendrik Elias, [januari 1944].

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken