Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende

Twee-enzestigste brief.
Broeder Bemoeial aan Mejufvrouw Bedilziek.

Lieve Zuster!

 

Zoo hebt gij dan, lieve Geloovige! de zaak van uwen onwaerdigen Broeder u aangetrokken, en den slordigen Voogd zijnen pligt voorgehouden. - Lieve Zustertjen! ik ben te gering voor alle deeze weldaadigheden; wie ben ik - en wat

[pagina 252]
[p. 252]

is mijn's Vaders huis? - Ja, het is zeker dat men geen oprechter vriendschap dan bij de waare geloovigen vindt. - Zoo hebben dan, lieve Zustertjen! mijne letteren uwen geest verkwikt - wel nu - ik wil dan schrijven, als wij niet van mond tot mond spreeken kunnen. -

Lieve Zustertjen! gij hebt dan weder nieuwe beproevingen - nieuwe doornen in het vleesch, ter tuchtiging, moeten gevoelen - ach! blijf toch maar gelaaten - gij weet hoe de Heere den vroomen paulus een Engel des Satans toezond, die hem met vuisten sloeg, opdat hij zich niet zoude verheffen; - zoo krijgen wij, Godvruchtige krijgsknechten, ook ons deel in den geestlijken strijd, die tegen vleesch en bloed aangaat; maar aan het einde der loopbaan hangt de prijs - laat ons dan alzoo loopen opdat wij dien mogen verkrijgen; want niemand wordt gekroond ten zij hij wel gestreeden hebbe. - Gij hadt, lieve Zustertjen! deeze beproeving noodig, om u te toonen dat gij afhanglijk moet blijven; - alle verdrukking, als zij tegenwoordig is, valt voor het weelderig vleesch hard; maar daarna brengt zij vreugde aan.

Ik heb, lieve Zustertjen! uwe belangen niet vergeeten, maar berichten ingewonnen wegens paulus en haar Verleider; 't is een Capitein van het Volk dat hier Guarnizoen houdt - hij hoort onder de Grooten van den Lande - maar in de oogen der deugdzaamen is hij beklaagenswaerdig. -

Men telt hem onder de geenen welke als een roos vervoerd worden, door de Philosophie; - ja, ik

[pagina 253]
[p. 253]

stel vast, dat hij een Godverzaaker - of, 't geen het zelfde is, de hedendaagsche Wijsbegeerte is toegedaan. - Die vervloekte vrijheid van denken, en die der Drukpers, ô! wat veroorzaaken die niet al een verdriet in onze dagen! -

Ik heb alles wel overdacht, en het komt mij voor dat gij uwe reeds onteerde nicht niet meer in uw gezelschap behoort te dulden, maar uw huis moet uitdrijven. - Zoodanig een huwelijk, al wilde de Verleider haar eeren, moet gij, lieve Zustertjen! nooit toestaan en daar zij alle uwe weldaaden onwaerdig misbruikt, kunt gij, met alle gerustheid voor uw gemoed, haar eene somme geld, voor kost en inwooning, afeisschen: - ik geeve dit maar in uwe bedenking, en zal vervolgens niet meer van dat booswicht spreeken, om u niet verder te ontrusten. -

Ik wensch, lieve Geloovige! dat uw teêr gemoed van alle twijfelingen; die u konden doen wankelen, zal ontheven worden! - Smaak en proef toch hoe geedertieren de Heere voor ons, vroomen, is - bedenk toch dat alle dingen ons geöorloofd zijn, als zij maar met een goed oogmerk, en in den geloove, geschieden. - Onze laatste bijéénkomst was toch recht stichtelijk; - ô wat waren wij innig en vertrouwelijk bij den anderen! - alles behoort ook tusschen vroomen gemeen te zijn. - Laat dan, beminde Zustertjen! de herinnering van onze geestlijke verééniging u geduurig opbeuren; ja vertroosten in uwe liefde! - Hoe verre is uw staat verheven boven dien der waereldlingen, wier deel in dit leven

[pagina 254]
[p. 254]

is! - Gij, lieve Geloovige! wandelt op aarde met een rein geweeten, en moogt zelfs die vermaaken - die genoegens ondervinden, waarna de ongeloovigen dorsten! - Gaa steeds voord van trap tot trap, dat gij zoo na aan de volmaaktheid gekomen zijt, als men die op dit traanendal vinden kan! -

Ik hoope morgen avond, zoo het den Heere behaagt, bij u te komen, om een stichtelijk woord met u te spreeken, en daarna een mond vol spijze te gebruiken. - Ik wacht op morgen; van een der onze, levendige kreeften prezent: - mijn gehazi zal u dezelve brengen - maak toch geen omslag, lieve Zustertjen! - een weinig van de vrugt des wijnstoks daar bij, om mijne maag en veelvuldige zwakheid te veren, zal genoegzaam zijn.

Intusschen wordt gij, in gedachten, omhelst, met een kusch der liefde, van

 

Uwen Broeder in den Geloove,

 

nathanaël bemoeial.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken