Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende

Negen-enzestigste brief.
Henry aan den Oversten Powhatan.

Beste Vriend!

 

Ik schrijf deezen uit 's H****, waar ik mij tegenwoordig bevinde, uit hoofde, dat ik voor mijne Promotie tot Majoor, bedanken moet. -

[pagina 305]
[p. 305]

Evenwel, hoe zeer deeze bevordering voor uwen vriend aangenaam is, gevoelt hij echter dat genoegen niet dat hij anders zou gesmaakt hebben, indien het op een gelegener tijd gekomen ware; immers ben ik daar door verhinderd mijne louize zelf bij haare vriendin cecilia te geleiden, 't geen anders voor mij eene zeer aangenaame taak zoude geweest zijn; maar men moet evenwel de gunsten der fortuin niet verwaarloozen, als zij ons toelacht - als eens het bekwaame tijdstip, tot bevordering, voorbij vliegt, komt het soms nooit weder; want gij weet hoe men de grillige Dame afschildert, met lokken van vooren, maar het hoofd van achteren kaal. - Nu - morgen denk ik weêr van hier naar het Guarnizoen te trekken, waar ik, geduurende de Exercitie, drukke bezigheden zal hebben; maar dit is niets, met een werkzaamen geest en den tijd niet te verslaapen kan men veel verrichten. -

Ik heb, waerdig vriend! uwen droom met opmerking geleezen - hij komt mij zeer wonderlijk voor. - Droomen zijn bedrog, zegt het oude spreekwoord - en zeker, hij die zijne droomen tot een richtsnoer van zijn gedrag stelde, behoorde in een dolhuis of in eene verzekerde plaats opgeslooten te worden: evenwel, er zijn veele voorbeelden van droomen, die door de uitkomst zijn bewaarheid geworden - ik kan het niet helpen, maar het komt mij zeer waarschijnlijk voor, dat onze ziel een zeker voorgevoel van het toekomende heeft, dat somtijds sterker, dan eens flaauwer is: - en zoo, dunkt mij; zouden de meeste lie-

[pagina 306]
[p. 306]

den zich herinneren kunnen, wel eens iets gedroomd te hebben, dat naderhand is uitgekomen of gebeurde, indien zij hunne droomen onthouden hadden; - bij mij is zulks ten minsten meermaalen geschied. - Ik raade u dus steeds moed te houden, dat gij uwe therese nog eens zult weder zien - niet omdat uw nachtgezicht u dit aankondigde, maar omdat het zeer mogelijk is. -

Zoo dra de Exercitien zijn afgeloopen, gaa ik naar cecilia, de vriendin van mijne louize, op haar Buitenverblijf, - ik ben zeer verlangend die Juffer te leeren kennen, daar mijne Schoone met zoo veel lof van spreekt. - Die meisjens hebben, op mijn verzoek, twee kamers voor mij besproken, bij een discipel van st. cosmus, een Chirurgijn, dezelve zijn in het dorp, digt bij de Buitenplaats. - Ik heb dit verkoozen om meerder vrijheid te genieten: want ik geneer niet gaerne iemand, maar houde ook niet van gebonden te zijn. - Het leven is te kort, om met malle pligtpleegingen versleeten te worden: - ik behoor evenwel niet tot die lieden welke, als de kwaakers, die jij en jouw tegen elk zeggen, geen knoopen aan den rok draagen, en nooit hun hoed afligten; dit is mij weêr te gemaakt - elkander beleefd en vriendlijk behandelen, is, dunkt mij, het waare kenmerk van fatsoenlijke lieden. - Nu - om weêr ter zaak te komen - gij, beste vriend! zult niet weigeren mij te komen zien, als ik bij mijn Chirurgijn gecantonneerd ben; gij hebt mij dit ook beloofd - ik zal u den dag van mijn vertrek bepaalen, dan kunt gij mij daar te B., zoo

[pagina 307]
[p. 307]

heet het dorp, komen opzoeken - ik verwacht uw antwoord, en denk zekerlijk bij mijne terugkomst u te zullen zien; want ik twijfel geenzins aan uw goed en gevoelig hart. -

Het komt mij voor, hier stiller te zijn dan in voorige tijden, toen ik Cadet bij de Guarde was: - de Ingezetenen willen dit niet weeten, maar het is toch waarheid. -

Ik heb hier kennis gemaakt met eenen Baron raub, Ritmeester van de Huzaaren: het schijnt een hupsch slag van een mensch te zijn, die met ons, buiten, nader kennis wil maaken - 't is immers niet kwaad dat men met menschen van allerlei stand verkeert?

Nu, vriend powhatan! ik hoop u binnen weinig dagen te zien - ik verlang ook dat gij mijn Engelachtig meisjen eens bezoekt - zij is zelfs, op de beschrijving welke ik haar van u gegeeven heb, zeer verlangende om met u te spreeken. -

Vaarwel! dierbaare vriend! alle voorspoed moet u vergezellen! en laat ik u verzekeren, dat niemand oprechter uw vriend is, dan

 

Uw getrouwe

 

henry.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken