Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende
[pagina 348]
[p. 348]

Negen-enzeventigste brief.
Henry aan Powhatan.

Collonel!

 

Ik ben buiten gecantonneerd - nu verwacht ik u elken dag. - De Dames zijn zeer verlangende om mijn Americaanschen vriend te zien - uwe gevoelens en edele ziel maaken elk begeerig na den omgang met den laatsten neef der Vorsten van het Maagdenland. - Als gij komt, zult gij zeker te paerd komen, en uw English horses hier houden - niet waar? - wij zullen dan veel samen rijden. - Maar een lust bekruipt henry, namelijk, om zijn meisjen, zoo zij er niet tegen is, te paerd te zetten. - Nu - ik hoop dat mijn vriend spoedig zal komen. - Ik weet niet waarom, maar er heerscht eene zekere zwaarmoedigheid in mijne ziel, die ik niet kan verdrijven. - Ten toppunt van geluk verheven, volgens mijne denkwijze - door liefde en vriendschap gestreeld - en met dat alles, zegt een duister voorgevoel mij, dat dit heilgenot niet lang duuren zal. - Ja, hoe zeer ik louize bemin, en uit haar schoone oogen liefde en wellust, als met volle teugen, drinke, zoo is evenwel mijne Gebiedster altijd

[pagina 349]
[p. 349]

niet magtig, die donkere nevels van mijn angstvallig hart te doen opklaaren. - Gij, beste vriend! zeg mij hoe komt dit? - Is er dan geen geluk op aarde? - Ik kan reeds zingen:

 
Ai de mi un anno felice,
 
Pareche un soplo legiero,
 
Pero sin dita un instante,
 
E un sieclo di tormento. Ga naar voetnoot(*)

Ik weet wel, voorgevoel is geen zekerheid; maar daar de hevigste smarten die der ziele zijn, zoo lijde ik veel door deeze inbeelding. - Snel toch tot mijne hulp, braave Overste! - Uwe vriendschap en edele denkwijze doen mij, ons bevreesd voor spot, u alle mijne dwaaze inbeeldingen bekend maaken. - Gij zijt door ongelukken veredelt; want het gaat bij mij, als eene onbetwistbaare waarheid, door, dat hij, die rampen en tegenheden heeft ondervonden, gevoeliger en medelijdender daar door wordt, en dus beter geschikt om andere te troosten. - Het is ook mijne stel-

[pagina 350]
[p. 350]

ling, dat ongelukken, ons door de verbeelding voorgesteld, veel erger treffen, dan wanneer zij in de daad aanwezig zijn. - Kom dus, mijn geachte vriend! en laat uwe verstandige taal mij de rust wedergeeven die ik verlooren heb; deeze kwaal zal immers nog zoo verouderd niet zijn, dat zij ongeneeslijk is. -

Ik zie, met genoegen, waerde Overste! dat gij mijn raad gevolgd, en uwe beminde therese, terug geroepen hebt. ô! Mogt zij leeven en u gelukkig maaken! welk een genoegen zou dit voor mij, uwen deelneemenden vriend, zijn!

Cecilia, de vriendin van mijne lieve louize, is een allerliefst meisjen - gij zult haar zien en spreeken, dus zwijge ik verder van haar. - Haare Ouders zijn beminnelijke menschen, die elk op de aangenaamste wijze ontvangen: zij zien veel menschen; zijn rijk en niet gierig - dus begrijpt gij dat wij zelden alleen zijn, en derhalven is het hier, zoo als bij alle lieden die veel gezelschap zien, namelijk, dat het wel gebeurt dat niet alle lieden, die tot het gezelfschap behooren, even verstandig en deugdzaam zijn. -

Ik heb frederik, toen ik in ons Guarnizoen was, gesproken, maar niet lang, er was geen gelegenheid toe; maar gij hebt het wel geraaden - hij is verliefd - ik heb hem daarover zeer nadrukkelijk geschreeven, maar verwacht nog zijn antwoord. - Ga naar voetnoot(*)

[pagina 351]
[p. 351]

Vaarwel! beste vriend! ik hoop u spoedig te zien. Vergeet intusschen hem niet, die, zoo lang hij leeft, daarin eer zal stellen, zich te noemen

 

Uw getrouwe Vriend,

 

henry.

voetnoot(*)
Tot gemak onzer leezers, die geen Spaansch verstaan, voegen wij hier de vertaaling bij. Wij verontschuldigen ons niet, dat wij vreemde taalen in ons werkjen inlasschen - het is toch de mode.
 
Helaas! een gelukkig jaar
 
Vervliegt als ijdele droomen;
 
Maar één oogenblik van rampen
 
Is eene eeuw van lijden.
voetnoot(*)
henry had toen het antwoord van frederik nog niet ontvangen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken