Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.43 MB)

ebook (3.39 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Eerste deel


Vorige Volgende
[pagina 379]
[p. 379]

Agt- entagtigste brief. Ga naar voetnoot(*)
De Heer Hexameter aan den Majoor Henry.

Weledele Gestrenge Heer!

 

Het genoegen, 't welk ik schepte in uwen omgang, doet mij, vrijpostig, van uw aanbod gebruik maaken, om de kennis tusschen ons te vernieuwen, en u buiten te komen bezoeken. - Wij zijn van natuure geschikt om samen vrienden te zijn. -

 
Want mars en ook apollo's Zoonen
 
Ziet men wel meer te. samen woonen;
 
Nooit is er groter vreugde op aard’,
 
Dan als twee vrienden zijn gepaard.
 
Ik hoop dus, zonder veel te zwoegen,
 
U haast te zien op Ons Genoegen;
[pagina 380]
[p. 380]
 
Ter eere van den vriendschapsband,
 
Die ons doet wandlen hand aan hand.
 
Zoo willen wij, trouw aan elkandren,
 
Dees reine vriendschap nooit verandren;
 
Al wierden wij, (die taal heeft klem,)
 
Zoo grijs zelfs als methuzalem.
 
Dan zullen ook de laatste neeven
 
Van deeze vriendschap kennis geeven;
 
Onze aardbol wordt toch zeker oud,
 
En buffon zegt: hij is reeds koud.
 
 
 
Vergun mijn Zangerin dat zij u moog’ begroeten;
 
Gebruik te maaken van het aangeboôn onthaal;
 
Zij wil - zij moet u zien, en zal haar lust ook boeten,
 
Aardappels bij een’ vriend, kies ik voor 't beste maal.
 
 
 
Ik wil koomen,
 
Zonder schroomen,
 
Op uw plaats,
 
Bij de maats;
 
Ik wil drinken,
 
Met u klinken
 
Goede wijn
 
Geeft geen pijn;
 
Die te flikken,
 
Kan verkwikken,
 
Aan een borst,
 
Die met dorst,
 
Zijne longen
 
Voelt besprongen;
 
Drinkt hij wat
 
Uit het vat,
[pagina 381]
[p. 381]
 
Straks verheugen
 
Hem die teugen.
 
Zoo denk ik,
 
henderik! -

En dus, mijn edele Vriend! hoop ik, dat gij mij vergunnen zult bij u te komen. - Er heerscht eene sterke drift in mij om nader kennis met u te maaken. - En hoe zoudt gij daar tegen kunnen zijn? - Immers, wat waren de Helden der aloudheid, zoo geen Poëeten hun roem hadden opgezongen? - Laat ik, dit voetspoor volgende, uw homeros mogen zijn, daar ik u voor mijn achilles heb uitgekoozen. -

 
Zoo eens uw eigen bloed de laauwren mogt bevlekken,
 
Dan span ik, u ter eer, de snaaren van mijn lier,
 
Uw naam leeft de eeuwen door, schoon aarde uw asch kan dekken,
 
Terwijl men kransen vlecht van Eikenloof of Wier.

Ja, zoo gij, mijn Held! te veld mogt trekken, hoop ik u te vergezellen; beter dan horatius of demosthenus zou mij het gebalder van het kanon noch het geklikklak der zwaerden doen sidderen; - alleen oplettend op de groote daaden van mijn Held natespooren, ten einde dezelven aan het nageslacht te melden, zoude ik even gerust, in het midden der oorlogsrampen zijn, als gekoesterd in den schoot des vredes. - apollo zoude mij zijne pijlen - minerva haar schild, waarop de Gorgone gegraveerd stond, geeven; dan was mijn hoofd veilig.

[pagina 382]
[p. 382]

Het is mijne gewoonte niet, Heer Majoor! zoo veel aanzoek om iemands vriendschap te doen; maar met u wensch ik een vertrouwden omgang te genieten. - Gij hebt mij betoverd - uw gelaat duidt den edelen weldenkenden man aan. - Ik weet, mijn Heer! gij zijt met aanzien en vermogen overlaaden. - Evenwel, vriendschap en genegene hoogachting zullen u zeker behaagen. - Ik biede u die aan. - Ik ben van weldenkende menschen voordgebragt - en dat zegt veel. - Ik heb wel gestudeerd, en werd in der Muzen Tempel toegelaaten. - Ampten of waerdigheden zogt ik niet. - Ik bemin de Vrijheid. - Omgang met braaven, zie daar mijn begeerte. -

Ik twijfel geenzins of mijn voorslag zal u welgevallen - en dus, afwachtende uw antwoord, zal ik, zoo het gunstig is, daadlijk bij u komen. -

Intusschen ben ik, met zeer veel achting, en deelneemende vriendschap,

 

Weledele Gestrenge Heer!

 

Uw gehoorzaame Dienaar,

 

hexameter.

voetnoot(*)
Tusschen deezen en den voorigen behoorde te volgen een brief van henry aan frederik, waarin hij zijn vriend het ongeluk van louize, en haare redding, door powhatan berichtte; doch wij laaten deezen achter, om herhaalingen te mijden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken