Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.20 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Tweede deel


Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]

Vierde brief.
Henry aan den Heer Adelaart.

Weledele Gestrenge Heer!

 

Ik neem de pen op, om u openhartig te bekennen, dat ik mij zelven aan groote dwaalingen heb schuldig gemaakt; - maar de tijd der straffe is gekomen - mijn gedrag verfoeijende, is de beslissing ook daar; ik wil u, en alle vrienden, die over mijne ontrouw bloozen, schuuwen, ja ontvlieden. - Louize, dat voortreffelijk meisjen, beloofde ik gelukkig te maaken, en ach! eerst heb ik, vervoerd door minnenijd, de Onschuld kunnen verdenken, en toen, door laage onstandvastigheid, mijn gemoed bezoedeld; - haare verheven deugd is echter onwankelbaar gebleeven; maar henry - de weleer getrouwe henry, werd een snood verraader! -

Hij, die de misdaaden begaat, is nooit gelukkig; - het innerlijk gevoel van deugd is zoo zeer aan ons wezen vastgehecht, dat eene misdaad, al wierd dezelve door een Koning bedreeven, altijd het geweeten met dezelfde pijnen en angsten foltert. - Ik lijde ook zeer veel, Heer adel-

[pagina 25]
[p. 25]

aart! maar de boete, die ik mij zelven oplegge, is even zwaar als de zonde, en doet mij sidderen. -

Indien gij wist, eerbiedwaerdig Man! welke listen de snoode cecilia in 't werk stelde, om mij te misleiden, ik weet het, uwe goedheid zoude mij vrijspreeken; dan, dat is niet genoeg; - daar dit ongelukkig geval nu toonde, dat zwakheid en geen waaren moed bij mij gevonden werd, ben ik tot het bedrijven van alle gruwelen en boosheden bekwaam; want hij die zwak is, kan ook misdaadig worden; en daarom scheide ik mij af van alles wat mij lief en waerdig is - ook van louize, die ik tot den dood toe beminnen zal. - Het was, sedert ik het schoone meisjen leerde kennen, altijd een hersenbeeld, 't welk mijne ziel met genoegen omhelsde: namelijk, om zóó te handelen, dat louize zeggen kon: ‘ik ben grootsch op mijn Minnaar.’ - dit streelend denkbeeld is verdweenen! - henry is onwaerdig in zijn eigen oogen - daarom ook staat hij van louize af - haare achting voor mij moet verdwijnen, en zonder achting is de hevigste liefde wankelbaar; ja, wordt welhaast voor onverscheeligheid verwisseld. -

Deeze voorneemens, hoe grievende ook voor mij, zijn gegrond op de kennis, welke ik omtrent de denkwijze van louize hebbe. - Hoe zeer zij ook door verstand en hoedanigheden zeer verre boven veele mannen onzer eeuw verheven is, wil het aanbidlijk meisjen in haaren Echtgenoot zoo wel een beschermer, op

[pagina 26]
[p. 26]

wien zij vertrouwen - een raadgeever, wien zij gelooven kan - in een woord, een eerbiedwaerdig Wezen vinden, als een teder Minnaar; -henry beantwoordt niet meer aan die vereischten; - reeds voor het huwelijk van ontrouw en verraad overtuigd, zou het hart van louize, na onzen Echt, gestadig door twijfelingen verscheurd worden; - zij is, zoo als alle gevoelvolle stervelingen, voor minnenijd vatbaar; met een laf minnaar vereenigd, zou deeze drift, geene paalen meer kennende, haar jammerlijk doen lijden - misschien wel in het graf storten. - Dit moet ik voorkomen - daarom, braave Man! dien ik mijn vriend niet meer durf noemen, moet ik van louize, uwe Pupil, mijne aangebeden Meesteresse, afzien, en haar op vrije voeten stellen; - hierin gaa ik pligtmaatig te werk; want veelligt kan zij een eerlijk man gelukkig maaken en alle genoegens ondervinden. - Wat mij aangaat, louize dervende, wil ik ongehuuwd blijven, en aan haar, het allerbekoorelijkst schepsel, eeuwig trouw zweeren. -

Indien ik op mijne reize overtuigd worde, dat er deugd in mijnen boezem woont, zal zulks mij ruste geeven - mij, in mijn eigen oogen, verheffen, en met mij zelf bevredigen; - dan keere ik weder; en vinde ik louize dan nog niet verbonden; zal ik, als een nieuw minnaar, te voorschijn komen, om haare hand en uwe toestemming vraagen, als wel eer.

Zie daar, achtingwaerdig Man! mijne gevoelens - vergun mij dat ik u, vaarwel zeggende,

[pagina 27]
[p. 27]

danken moge, voor alle vriendschapsblijken ten uwen huize genooten. - Gij waart voor mij, meer dan eens, eene oorzaak van deugd - en dus ook van geluk. - Nooit zien wij elkander weder. - De Hemel spaare u lange, tot heil van weezen en troost der weduwen! - Uwe goedheden zullen nooit uit mijn geheugen gewischt worden - neen, ik zal die nog gedenken, wanneer de koude hand des doods mijn bloed doet stollen. - Vergun aan hem, dien gij weleer uw vriend noemdet, en die toen uwe vriendschap, en de achting der braaven niet geheel onwaerdig was, te denken, dat gij met medelijden aangedaan zijt, over

 

Den bedrukten

 

henry.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken