Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.20 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Tweede deel


Vorige Volgende
[pagina 307]
[p. 307]

Zeven-enzeventigste brief.
Lord N. aan den Capitein Fitz Morris.

Beste Vriend!

 

Gij kunt niet beseffen, waarde william! hoe veel genoegen uw brief ons heeft aangebragt - ik zeg ons - want mijn braave Hollander is opgetoogen van blijdschap. - Begrijp eens wel, die louize is zijne Meesteresse, van welke hij, door eigen schuld, afdwaalde; - en nu verneemen wij uit uwen mond, dat die Juffer hem nog bemint. - William! hij is, sedert dit bericht, allerzichtbaarst in krachten toegenomen - en dus blijkt het duidlijk, hoe veel de rust des gemoeds op ligchaamskwaalen kan uitwerken. - Mijn vriend is nu voorneemens daadlijk na zijn Vaderland te vertrekken, en ik zal hem, indien dit mogelijk zij, vergezellen - dus zien wij elkander spoedig weder. - Neen, vriend! ik ben niet droefgeestig meer, nu mijn vriend zich verblijdt, - ja, misschien kan mijne treurigheid, ook al spoedig, door dezelfde reden, een einde neemen. - Welk eene geweldige hartstogt is de liefde niet! daar zij zoo oppermagtig over 's menschen aanwezen regeert, en door geringe omstandigheden, zijn heil of el-

[pagina 308]
[p. 308]

lende kan volmaaken. - Ik wil ook trachten mijne langdraadigheid aftewennen, en dus gaa ik tot uwen rampspoedigen tocht over.

Het schijnt, william! of eene anson's reize u beter zou gelukken dan paerden mennen; - doch wat zegt dit? al doende leert men - ik verzeker u, gij zult geen zes keeren gehold hebben, of die edele kunst, waarop nero zoo grootsch was, zal u bekend zijn; dus houd goeden moed, gij hebt veel confraters, en menig een breekt tuimelend hals en beenen, al zit hij op geen nieuwmodische cabriolet. -

Ik heb mijn vriend, den Hollandschen Majoor, eens over dien Gouverneur onderhouden, maar zijne loftuitingen zijn zoo uitneemend groot omtrent deezen man, dat hij, volgens dat bericht, waarlijk cleve, hastings en andere Engelschen, hoe braaf die ook geweest zijn of zijn mogen, verre de loef afsteekt - nu, ik hoop kennis met hem te maaken, zoo het kan geschieden, dat mijne zaaken voor dien tijd alhier afgedaan worden; want henry - zoo heet mijn vriend en behouder - kan men ligt begrijpen, zal zeer na zijne louize verlangen; ook wil ik hem geenzins één oogenblik ophouden; maar de staat zijner nog onvolkomen wedergekeerde gezondheid eischt, dat hij nog eenige dagen geduld oefene; doch de braave man bezit zoo veel redelijkheid als ooit een minnaar, en begrijpt dus de noodzaaklijkheid om nog eenige dagen te vertoeven.

Ik kan u betuigen, william! dat ik geenzins van eene Hollandsche Dame afkeerig zijn zoude,

[pagina 309]
[p. 309]

wanneer zij waarlijk verdiensten had; - gij weet wel dat ik veel van de Hollanders houde: - 't is waar, zij zijn, zoo wel als andere volken, door omstandigheden van tijden, niet meer zóó, als zij voor twee of drie eeuwen waren: - zij hebben veel van hunne veêrkracht verlooren; - maar, william! welke vreeslijke slagen hebben ook onze Geallieerden, sedert weinig jaaren, niet moeten lijden! - Welke groote schaadens hebben wij hun niet toegebragt! Contante penningen, dien schat, weleer in Holland te vinden, is gedeeltelijk in onze handen: - en hoe dikwijls zijn wij niet onrechtvaerdig genoeg, om den Nederlanders te bespotten; daar hun vertrouwen op Engeland gelegenheid gaf, om met hun geld het wankelend crediet der Engelschen te schraagen.

Dus, Capitein! toon mij de weêrga van louize, en daadlijk bied ik haar mijne trouw en eeuwigduurende liefde aan. - Het is zoo als gij wel zegt, ik ben met Nederland genoegzaam bekend, om over de Dames te kunnen oordeelen. - Zeker is het, dat er in Holland bekoorelijke vrouwen gevonden worden - de uiterlijke gedaante blijft als te vooren, dit spreekt van zelf; maar in Nederland ziet men de Juffers dagelijks toeneemen in treffelijke hoedanigheden. - Sçavantes, die hunne bestemming (der mannen geluk) vergeeten, vindt men overal; maar zonder vleijerij, ziet de Hollander thans in zijne Echtgenoote, zoo wel eene geestige vriendin, die menschenkunde aan beleezenheid paart, als eene goede Huishoudster en aangenaame Bedgenoote. -

[pagina 310]
[p. 310]

Maar ik stap er af‚ william! en hoop u haast te zien. - Aan mijne vriendschap, weet ik, twijfelt gij niet - ook is u mijn hart bekend - en dus weet gij dat ge een vriend hebt, in

 

james n.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken