Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Henry en Louize (1794)

Informatie terzijde

Titelpagina van Henry en Louize
Afbeelding van Henry en LouizeToon afbeelding van titelpagina van Henry en Louize

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.20 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Henry en Louize

(1794)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Tweede deel


Vorige Volgende

Drie-entagtigste brief.
De Heer Kruijer aan den Ritmeester Schlossab.

Brussel. -

 

Braave Man!

 

Ik heb in lang niets van u vernomen - hoe komt dat? - Geen ziekte hoop ik zal u het schrijven belet hebben? - 't Is niet dat ik op complimenten sta - heden neen - dat weetje ook wel beter; - maar het verlangen, om te

[pagina 325]
[p. 325]

weeten of gij welvaart, is alleen de oorzaak van mijne vraag.

Wij hebben onze Engelsche reize al afgelegd, en zullen nu naar Spa vertrekken - en verder zullen wij moeten zien, verstaje? -

Louize is volkomen hersteld - maar zij treurt nog, en weigert alle huwelijks voorstellen; - intusschen verloopt haar beste tijd - maar de mijne nog meer - en kruijer wilde zoo gaerne kindskinderen van zijne dochter zien; - maar dan diende er geen tijd verlooren te gaan. - De liefde moet toch een aartig ding zijn - ik heb die nooit ondervonden - dit spijt mij, al was het maar om er mede over te kunnen praaten. - Ik voor mij zou altijd denken, wil de eene niet, de ander is misschien graag; want het leven is te kort om den tijd te verspillen - men is oud eer men het zelf weet - en dan wordt men knorrig, en even daarom - hoe zeer kruijer wel eens wilde ondervinden, wat eigenlijk de liefde is - zal hij nu de zaak niet aanvangen. - Als een oud vrijer verliefd is, dunkt mij, moet hij er dwaas uitzien. - Volgens mijn begrip, dient een huwelijk niet veel voor het vijf- en twintigste jaar, bij de jongelingen, aangevangen te worden; doch men moet ook geenzins veel langer wachten: - de Jongelingen worden ook al niet veel vroeger met de noodige standvastigheid voorzien, die onontbeerlijk is, zal men eene vrouw niet ongelukkig maaken; maar wanneer zij eens de drie kruisjens gepasseerd zijn, zoo als de oude lieden praaten, dan ziet men hen meest ongehuuwd blij-

[pagina 326]
[p. 326]

ven. - Ik heb anders altijd bespeurd, dat mannen tusschen de dertig en veertig jaaren, veel aangenaamer in den omgang met vrouwen waren, dan jonge lafbekken; - maar wij zullen daar een speldjen bij steeken, en over andere zaaken handelen. -

Onze Engelsche reize is een volmaakt voorbeeld van het menschlijk leven geweest - wij hebben veel vermaak, maar ook tegenspoeden ondervonden - dan ik blijve al meer en meer mijne oude denkbeelden aankleeven; ja, kruijer heeft een Fieltenzoofij - heet dat zoo niet? op zijn eigen hand, en die zegt: dat de meeste ongelukken, die op de waereld voorvallen, meestal door onze eigen schuld, en die van anderen worden veroorzaakt - sterfgevallen van vrienden alleen uitgezonderd: - en hoe menig delft nog niet zijn eigen graf? - Ziekten hebben gemeenlijk haaren oorsprong door onmaatigheid of verzuim. -

Nu dan - alles is ons bij de Bondgenooten meêgeloopen - overal waar wij kwamen, behandelde men ons met veel vriendlijkheid, verstaje? - maar een paar kwaade jongens kreegen beide zin in louize, en daarom moest er gevochten worden - wie hoorde ooit gekker? - De een was Lord, en de ander een Iersch Edelman - anders goede hupsche kaerels; - en dat was immers verdoemd gek? - en waarlijk, het verschilde niet veel, of de Ier had het opstaan voor altijd vergeeten - een steek dwars door het lijf, daar valt, waarachtig! geen gekscheeren meê; - evenwel, de zaak

[pagina 327]
[p. 327]

schikte zich nog gelukkig, zoo dat hij met zes weeken het bed te houden, er af kwam, en misschien een krak aan zijne gezondheid, die hem zijn leven lang aan dat verbruide gevecht zal doen denken. -

Vriend! je bent Officier, evenwel durf ik deeze geschillen wel aan uw oordeel overlaaten, verstaje? - maar kan er wel erger zaak dan het duhelleeren bedacht worden - onkristelijker moest ik zeggen, niet waar? - maar het kristendom begint tegenwoordig al heel wat uit de mode te raaken - ten minsten bij lieden van geboorte, zoals men gewoon is die te noemen, om dat ze veel geld bezitten - zij regeeren en handelen voor het grootste gedeelte, even of zij heidenen, en de menschen, daar zij overheen kunnen zitten, sprinkhaanen waren, vatje't? - dan, ik zou door dat gebabbel wel van mijn tekst afdwaalen - ik wilde u alleen maar vraagen, of het niet zeer onberedeneerd is, als iemand mij kwalijk behandelt dat ik daarom mijn leven waagen moet? - Wel - maakt hij het te bont, sla hem om de ooren - neemt hij dat kwalijk, laat hem renvengie zoeken, en daarmede afgedaan. - De Koningen der aarde, die ook al veel zotheden bedrijven, zijn nooit liefhebbers van de Tweegevechten geweest, anders zouden zij zoo veel honderd duizenden Soldaaten niet hebben laaten doodslaan, maar zelf de zaaken kort en goed hebben afgedaan, integendeel hebben zij die altijd verboden. - Treflijk gedaan, niet waar? - Jammer is het maar, dat die menschlievende Vorsten de hand niet hielden

[pagina 328]
[p. 328]

aan de uitvoering dier wetten, en tegelijk zorgden, dat hij, die eene uitdaaging van de hand wees, daardoor geen smaad op zich laadde. - Lodewijk de XIV., en zijne opvolgers, deeden, bij hunne krooning, een eed, om nooit aan iemand pardon te verleenen, voor een manslag, in een Tweegevecht begaan; en echter was dit niet zeldzaam in Frankrijk; maar dan heette men dit ontmoetingen. - Is dat evenwel niet openlijk met de Goden spotten? - Ik hoor dat thans een regeerend groot Koning - en dik ook - aan zijne krijgslieden het duhelleeren verbiedt, en daarop veel knapper dan de andere laat passen. - Ja, ja, wacht maar, eer de waereld nog zes duizend jaaren ouder is, zullen overal veele goede inrichtingen plaats hebben. - -

Het tweegevecht dan, deed ons geen zeer; maar men weet, hoe de oude wijven, bij zulke gelegenheden, snappen en de jonge meisjens over den hekel haalen - dus, ieder had er den bek vol van, en om een einde daar aan te maaken, zijn wij vertrokken. - Nog een gevalletjen, daar ook al veel van zal te zeggen zijn; maar dat kwam eigenlijk meer op den man aan. - In Londen dan trof ik een Zee-capitein aan, een oude kennis van mij, die dus met ons in gezelschap kwam; deeze stelde ons een rijdpartij voor, die wij aannamen: hij zat met louize op eene vervaarlijk hooge chais - de kaerel raakte aan den hol, en verzeilde geheel zijn bodem: - zij strandden beide en bezeerden zich zóó, dat elk langen tijd aan gekneusde en verzwikte beenen moest te bed

[pagina 329]
[p. 329]

liggen. - Nu, dat geraakte ook al weêr te recht, en met één naderde het voorjaar; zoo dat wij in Engeland zoet en zuur gesmaakt hebben - en zoo verloopen onze dagen, Heer Ritmeester! -

Vergeet intusschen den ouden kruijer niet; want hij blijft waarachtig, tot zijnen dood,

 

Uw Vriend,

 

j.p. kruijer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken