Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen (1797)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen
Afbeelding van Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemenToon afbeelding van titelpagina van Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.65 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrugten van mijnen geest, of Keur van verschillende bloemen

(1797)–Cornelia L. van der Weyde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 237]
[p. 237]

Zondag.

Op den morgen, van deezen eersten dag ging fidelio naar den Tempel, zijne gebeden tot den Onzichtbaaren opzendende, smeekte hij om wijsheid; en begreep te recht, dat hij het hoogste Wezen niet vertoornen zoude, met, op zijne liefde voor therese, eenen zegen aftesmeeken; hij wist toch, dat de liefde, tot in standhouding van het Heelal, door den Schepper elk schepsel ingeplant was.

Na het eindigen van den dienst, ging hij de Juffer, die hem met verlangen wachtte, een bezoek geeven, en eenige onverscheelige redenen gewisseld hebbende ving hij dus aan:

‘Schoone therese! die ik beminne, en aan deeze zijde der eeuwigheid tot Gezellinne mijnes levens verkooren heb, gij eischt dat ik uw verstand behaage, indien ik hoope wil voeden, dat gij mij immer de hand, als eene echtgenoote zult toereiken – geduurende eene week wilt gij, dat mijne liefde tot u, in nieuwe en niet laffe bewoordingen, van haare kracht spreeke; want het verstaat zich van zelf, dat het geen ik voordbrengen zal, tot mijne liefde betrekkelijk moet zijn; echter zóó, dat alle herhaaling vermijd en ieder dag iets anders verhandeld worde – Hoedanig staat mij dit aantevangen, daar ik de Schoolvosserij des Catheders, en tevens de suikerzoete taal van het

[pagina 238]
[p. 238]

salet vermijden wil? – Welaan, het lust mij in deezer voege tot de bevallige therese te spreeken:

Ieder dag zal ik u iets, tevens op dien dag, en het huwelijk, waar onder de liefde begreepen is, betrekkelijk, voordraagen: vervolgens zal ik u uwe verpligting tot het huwelijk, en wel met mij, bewijzen. – Bevalt u dat?’ –

Zij.

‘Geheel en al.’ –

Hij.

‘Zult gij den spreeker niet door eenige blijken uwer goedkeuring aanmoedigen, wanneer zijne taal u eenigzins bevalt?’ –

Zij.

‘Ja, maar ook gispen zoo hij zulks verdient.’ –

Hij.

‘Dit behaagt mij, Mejuffer! – Ik merk vooreerst aan, dat de naamen der dagen alle van de Heidenen en hunne Goden afkomstig zijn; dus niets Goddelijks of eerbiedwaardigs in zich bevatten. – Deeze dag is dan aan de Zon gewijd, zijnde phoebus, of apollo een Afgod der Heidenen; intusschen is hij aanmerkelijk, door de geboorte van onzen Heiland, die het huwelijk voorstond. – Geleerden stellen vast, dat de verééniging tusschen onzen Stamvader en zijne eva op eenen zondag plaats had. – Daar nu de Schepper het huwelijk instelde, zijt gij, Mejuffer! daartoe verpligt, als eene schuld wier voldoening Hij van u vordert. – Wanneer men de oude geschiedenissen inziet, hebben alle Juffers van dien tijd den ongehuuwden staat met verachting beschouwd; ja bij de Lacedemoniers waren de ongehuuwde mans zoo-

[pagina 239]
[p. 239]

danig in den haat der Juffers en der wetten, dat zij op sommige tijden verpligt werden eene openbaare geesseling te ondergaan. –

Ik weet wel, er waren Priesterinnen, Vestaalsche en andere Maagden, die geloften van kuischheid deeden; doch daar tegen kan men de Priesterinnen der Godinne venus stellen, en wijl er dan zoo veel voor als tegen is, blijft de zaak, ten voordeele van het huwelijk, doorgaan. –

De Fabel zegt: dat daphné, door apollo om haare liefde gevleid, vlugtte, en in een lauwrier-boom veranderd werd. – Zij, die niet onnut op de aarde, en ongehoorzaam aan de hoogste Majesteit wil zijn, moet het huwelijk omhelzen. – Het bijgeloof, 't welk zich altijd verschrikkelijke denkbeelden van de wraakgierigheid der Almagt voorstelde, heeft toch nimmer daaromtrent van iets zondigs gewag gemaakt, daar de echt binnen de Tempels voltrokken werd; dit blijk zelfs, toont, dat dweepers van de heiligheid des huwelijk overtuigd waren. –

Gij zijt niet alleen verpligt tot den echt, schoone therese! maar dit zijt gij verpligt met mij; – immers de proef waarop gij mij stelt, duidt eene begeerte aan, om door mij overgehaald te worden. –

Hoe bevalt u mijne verhandeling?’ –

Zij.

‘Wel – doch is uwe redevoering afgeloopen?’ –

Hij.

‘Hij die behaagen wil moet kort zijn: –

[pagina 240]
[p. 240]

ik houde hier ook geenzins Academische lessen; maar ik wil elken dag daarmede eindigen, namelijk, met eene vergelijking tusschen mijne vriendin en de schoone bloemen te maaken, welke de alverzorgende Voorzienigheid, ter onzer verlustiging schiep – dit zal heden uw toonbeeld zijn’ – terwijl hij tevens aan therese een takjen met roozen, 't welk hij verborgen had gehouden, aanbood. –

Vergelijking tusschen Therese en de Roos.

Schoone Juffer! zie hier uw toonbeeld – even als deeze Roos zijt gij opgesierd, met levendige couleuren; haar gloed ziet men op uwe kaaken! – De majesteit deezer Bloem, die zelfs vorstinnen kan behaagen, is overeenkomende met uwe houding, die alle harten bekoort; doch neem een voorbeeld aan haar, engelachtige therese! zij heeft ondersteuning noodig; – ook eene maagd kan zonder verbindtenis geene genoegens ondervinden. – De Roos, tot den staat van volmaaktheid gekomen, moet geplukt worden, zal zij nog eenigen tijd haare schoonheid behouden, daar zij anders haare bladeren vallen laat en verkwijnt – ook gij, therese! kunt daarin een voorbeeld zien – het is heden de tijd voor u om te minnen – het uur der liefde is daar – laat dit niet voorbij vliegen, Schoone! of gij verwelkt. –

Fidelio zweeg, en verwachtte met angst de uitspraak. –

[pagina 241]
[p. 241]

Zij.

‘Heeft de Hoogleeraar afgehandeld?’ –

Hij.

‘Ja – hij heeft immers niet verveeld?’ –

Zij.

‘Neen.’ –

Hij.

‘Of beledigd?’ –

Zij.

‘Even min.’ –

Hij.

‘Zullen zijne lessen vrugt voordbrengen?’ –

Zij.

‘Mijn Heer! het is Zondag – aanstaande week spreeken wij elkaêr nader.’ –

Hij.

‘Ik zie dat uwe ongevoeligheid, door voorbeelden, van het geen aan dergelijke wreeden is wedervaaren, moet geroerd worden.’ –

Zij.

‘Heden neemen wij afscheid – ik wacht u morgen met wat nieuws.’ –


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken