Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den echo des weerelds. Deel 1 (1726)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 1
Afbeelding van Den echo des weerelds. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Den echo des weerelds. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

ebook (3.31 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den echo des weerelds. Deel 1

(1726)–Jacob Campo Weyerman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]

No. 9



illustratie

Maandag, den 17. December. 1725.

Ironia solet fictis Illudere verbis.
Anon.

ALs wanneer zig een paar Zonnen aan de Lucht vertoonen, zien de domme Toekykers de Weerschyn voor de echte, en de echte Zon aan voor de Weerschyn: op die wyze wort een Boufon die veel spreekt veeltyds gegroet voor een aangenaam Railleur, terwyl men een verstandig Man die op zyn beurt mee praat dikmaals groet voor een Leerling van Pythagoras, of voor het Stokbeelt der Onkunde.

Doch den Echo des Weerelds stelt een groot Verschil tusschen de gevoelelooze Boersheyt, en tusschen de gevoeglyke Stilzwygendheyt, zynde de Boersheyt voortkomstig uyt twee onderscheyde Oorzaaken, de eene veel snooder als de andere. De Zommige zyn boers by gebrek van Geest, zy hebben min Aandoening van Aardigheden als een Ezel van Tuberoosen, als een blinde van een

[pagina 66]
[p. 66]

Konststuk van Corregio, of als een Steendog aandoening heeft van een Kopje Keyzers Theê. Zy konnen zig niet uytdrukken in bekwaame Termen, zy zitten te kyken als Boeren die de Kaart hebben vergeeven, en zy byten in ste van te likken.

Alzo mogelyk als het is om een Wolf of om een Vos tam te maken, zo ondoenlyk is 't om die Plomperts te beschaaven voor 't Salet, voor de Raadkamer, of voor een openbaare Byeenkomst; want doorgaans kent men den Ezel aan zyn Ooren, en de Punt van het Zeyssen beklapt altyd den Hannekesmaayer.

Daar is nog een tweede Boersheyt veel snooder als de eerste, dewylze vrywillig is, en die wort genoemt, een onechte Ernstigheyt by den Echo, doch ze wort by andere gedoopt een Honds Filosofie, of een Verkens Wysbegeerte.

Zomtyds is 't gebeurt, dat adelyke Kinders die door Leeuwen opgevoet wierden in de Bosschen, met 'er tyd zo wild zyn geworden als hunne gehairde Voedsterheeren; en op die voet geschiet het nog dagelykx, dat adelyke verstanden zig zo sterk verbinden aan ernstige Konsten en Wetenschappen, dat sy de smaak verliezen van alle Aardigheden, zy leeven als Wilden, zy geeven nooit, maar beneemen altyd de Vreugd aan de vrolyke Gezelschappen, zy zitten te loeren als stilzwygende Kerkuylen, om te zien of zy hier of daar niet een roekelooze Muys konnen betrappen, en als dat gelukt schorten zy de bovenste Barriere des monds waar op onze gelobde Voorvaders de Slagzwaarden der Knevels lieten groejen eens op, en zy kruyen met een halve Grimlacgh na hun Nesten.

Van dat Soort was Agelastes die enkelt door zyn figuur de vrolykste Geesten wist te hervormen in Zoutpilaaren, en daarom was 't dat Filippus van Macedonien, na dat hy alle de Afgezanten van Athene genoodigt had op een heerlyk Feest, dien bedroefden Gromduy** 'er buyten sloot, uyt vrees dat hy de Gasten eer mogt doen huylen als lacghen, door zyn Poolsche Graviteyt. Het is een groot abuys van de Natuur, dat zy zomtyds de Gedaante van een Mensch geeft aan de Ziel van een Serpent, of aan den Inborst van een Woudezel.

Schoon dat die Mensch-slangen aardig zouden konnen zyn, echter praktiseeren zy zeer zelden die gezellige Eygenschap, zy vatten een Weerzin op tegens alle aardige Spreekwyzen, om dat zy

[pagina 67]
[p. 67]

de Persoonen haaten die ze voortbrengen, en zo zy zelve al iets Aardigs uytspuuwen, is dat Aardig doorgaans doormengt met Bitterheyt, want een Persoon die gestadig Gal voert tusschen de Lippen, kan nooit Maagdenhoning uytleveren op de Tong. Wanneer zy stilzwygen, overdenken zy iets Kwaads, en als zy luyd op spreeken begaan zy niets Goeds. Zy misdoen wanneer zy spreeken, en zy onderstellen dat een Ander hun misdoed wanneer die spreekt; want een kwaadaardig Man is altyd achterdochtig. Dewyl zy altoos steeken onder 't spreeken, zien zy op een iegelykx Tong de punt van een Lancet; en die Doodvyanden van de wederzydsche Gezelligheyt dienden maar altoos om te gaan met Buffels en Woude? zels, dat is, met hun's Gelyken.

De Merktekens van zo een Knaap zyn al te wel bekent om die alhier te herhaalen, alleenlyk zal ik zeggen; dat een paar hangende Koonen, een Limoensaps Opslag, een op geschorte Neus, een uytsteekende Tand, een vergalde Grimlacgh, een onvergeeflyke Paruyk, een onechte Zedigheyt in Lynwaat en in Wollen, benevens een bestudeerde Stilzwygendheyt in een vrolyk Gezelschap, geen geringe onderscheydende Merktekens zyn van zulk een Menschdier.

Het lust ons, om den Leezer eenige na het Leeven afgeschetste Conterfytsels van diergelyke Menschenhaaters voor te zetten, op ons Weeklykx Tafereel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken